menu

zomervakantie

5 vragen aan… Pleuni en Margot

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Pleuni van den Hoeven en Margot Bak.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Margot: ”Ik begeleid met name kinderen met dyslexie. Ik help hen met lezen, spellen en natuurlijk het vergroten van hun zelfvertrouwen.”

Pleuni: ”Ik begeleid leerlingen die moeite hebben met begrijpend lezen, plannen of heel onzeker zijn, maar ook kinderen met dyslexie, dyscalculie, AD(H)D, TOS en autisme. Omdat alle kinderen uniek zijn is ook elke begeleiding anders.’’

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Pleuni van den Hoeven MScPleuni: ‘’Een paar weken geleden vroeg een leerling me hoe groot een auto eigenlijk is. Gewapend met een meetlint gingen we de straat op en deden een wedstrijdje. Eerst schatten we allebei de grootte om daarna te meten wie gelijk had. Ik had natuurlijk ook gewoon kunnen vertellen hoeveel meter een gemiddelde auto is, maar toen ze zelf kon ervaren hoe lang iets is, bijvoorbeeld door grote stappen te zetten of het op te meten, begreep ze het echt.’’

Margot: ‘’Veel van mijn leerlingen vinden het leuk om verhalen te verzinnen met woorden die zij moeten leren of zelf verhaalsommen te maken met de getallen. Wat een creativiteit komt er dan naar boven! Vaak spelen we zelf de hoofdrol in de verzonnen verhalen. Aan het eind van de begeleiding lezen mijn leerlingen hun verhaal voor aan hun ouders. Die zijn dan hartstikke trots!’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te halen met leerlingen?

Pleuni: ‘’De verbazing op het gezicht wanneer een leerling ervaart iets te kunnen waarvan hij/zij het zelf nog niet wist! Die verbazing leidt vaak tot een zelfvertrouwen-boost en een flinke dosis lef voor nieuwe uitdagingen.’’

Margot: ‘’Het belangrijkste resultaat dat ik met mijn leerlingen wil behalen is dat zij weer met plezier en vertrouwen leren. Dat zij merken dat ze vooruitgegaan zijn en dat aan hun eigen inzet te danken hebben.’’

Hoe schemert de mindset-theorie door in je werkzaamheden?

Pleuni: ‘’Ik vind het belangrijk om een leerling te laten beseffen dat elke bekende sporter of zangeres niet zomaar zo goed is geworden, maar juist door heel veel te oefenen en te trainen! Door veel te oefenen kan je beter worden, zelfs in dingen die je enorm lastig of eng vindt.’’

Margot: ‘’Ik moedig leerlingen altijd aan om iets nieuws te proberen en te leren van fouten die daarmee geheid gepaard gaan (lees in deze blog hóe je nou van fouten leert). Wat gaat al goed en wat wil je leren? Ik maak bij elke evaluatie een grafiek van de groei van mijn leerlingen, zo wordt het zichtbaar.’’

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Margot: ‘’Ik vond gym altijd erg lastig. Een bal vangen of een koprol maken waren grote uitdagingen voor mij. Gelukkig hielpen mijn klasgenootjes mij dan. En ik kon anderen weer helpen met andere vakken, bijvoorbeeld taal.’’

Pleuni: ‘’Ik had behoorlijke (faal)angst voor Engels op de middelbare school. Wanneer de Engels docent mij vragen stelde en ik in het Engels moest antwoorden brak het zweet me uit en zei ik gewoon dat ik het antwoord niet wist. Liever doen alsof ik het niet wist dan voor schut staan als ik het verkeerde antwoord zou geven. Op een dag vroeg ik aan mijn Engels docent om mij geen beurt meer te geven in de les. Helaas stemde hij in. Vanaf toen kreeg ik nooit meer een beurt én leerde ik niks meer bij! Het probleem was op de middelbare school opgelost, maar uiteraard sloeg de angst weer toe toen ik later onverwachts Engels moest praten. Uiteindelijk besloot ik te gaan reizen en tijdelijk te werken in Vietnam. De enige manier om te communiceren met de mensen waarmee ik samenwerkte, was Engels. Nu kon ik het Engels niet uit de weg en moest ik de uitdaging wel aangaan. Sindsdien heb ik geleerd dat fouten maken helemaal niet erg is. Je leert er juist van, want door alle fouten die ik gemaakt heb ben ik beter geworden in Engels en vind ik het nu stiekem best wel leuk. Sindsdien durf ik ook sneller andere uitdagingen aan te gaan en blijf ik nieuwe dingen leren!’’

Effectief vervelen. Gun je kind dat ook deze zomer.

Het startschot van de zomervakantie wordt vandaag gegeven. Liggen de oefenboekjes al klaar? Komen jullie ook langs tijdens ons zomerrooster? Maar let op: een goede portie verveling vinden wij ook heel belangrijk. Het draait allemaal om balans.

BLH krijgt geregeld de vraag van ouders hoe zij hun kind(eren) het best kunnen ondersteunen bij 6-les-vrije-weken. Allereerst over ons zomerrooster. Ideaal om structuur te behouden. Ideaal om balans te vinden tussen ‘het koppie draaiende te houden’ en ‘het koppie te laten rusten’. Aan het belang van blijven oefenen in de zomerweken, geven de meeste ouders wel gehoor. Gewapend met zomerboeken, kopieerbladen en de tablet gevuld met educatieve apps vertrekken zij naar uiteenlopende tropische oorden. Toch draait alles om balans in het leven. Het is daarom óók belangrijk om de tegenhanger in het zomerse zonnetje te zetten; aandacht voor vervelen.

Veel ouders zien vervelen als een probleem. Iets dat opgelost moet worden. Iets van vroeger. Iets dat bijna onmogelijk is in deze tijd van prikkeloorlog. Het liefst proppen we de zomervakantie vol met activiteiten en willen we kinderen entertainen. Goed bedoeld. Totaal onnodig.
Volgens kinderpsycholoog Lyn Fry is het heel simpel. In een artikel in Quartz legt ze uit: ‘Als ouders de hele tijd bezig zijn de vrije tijd van hun kinderen op te vullen, zullen ze nooit leren die vrije tijd zelf in te vullen. Verveling is cruciaal bij de ontwikkeling van een interne drive die ruimte biedt aan ware creativiteit. Tischa Neve, de bekende Nederlandse kinderpsycholoog beaamt de stelling van Lyn Fry. Zeker na een hectisch schooljaar is het goed als kinderen even niets hoeven en doen. Tot rust komen. Lanterfanten. Luieren. Lummelen en rondhangen is heel goed voor ze. Ouders lijken allergisch voor het woord ‘SAAI!’, dat hun koter zeer monotoon kan uitroepen. Een trukendoos aan oplossingen en activiteiten wordt geopperd. Maar onthoud: saai = rust en rust = oplaadtijd voor de hersenen.

Vervelen wordt gauw gekoppeld aan passiviteit. Onterecht, want in het hoofd van je kind gebeurt een heleboel. Verveling heeft dan ook een belangrijke functie. Het is hartstikke mindful en goed voor je brein. Best een ontspannen gevoel dat de zomervakantie uit verveelmomenten mag bestaan. Maar haal ook niet gelijk alle oefenboeken uit de koffer. Kinderen hebben een bepaalde ‘verveeltax’. Oneindig vervelen  is ook niet goed. Het gaat dus echt om balans.

Maak dus indien gewenst van het zomerrooster van BLH. Of maak samen met je kind een eigen rooster en plan oefentijd in. Zo baken je het af, behoud je structuur en is het overzichtelijk voor je kind. En het belangrijkste; er is genoeg lanterfanttijd.

Tot slot. Gaat het alarm ‘SAAI!’ in huis af? Raak dan niet in paniek en krijg grip op het alarm door:

  1. Vertel je kind dat het niet erg is dat het zich verveelt. Iedereen heeft dat wel eens. Het is juist super gezond voor het brein.
  2. Maak op een ander moment samen een lijstje met dingen-die-je-kunt-doen-als-je-niet-weet-wat-je-moet-doen (en laat het dit zoveel mogelijk zelf bedenken). Probeer ook samen met je kind oefenstof te bedenken die het kan doen.
  3. Geef aan wanneer het weer op jouw aandacht kan rekenen. Bijvoorbeeld: ‘Ik ga nu dit verhaal uitlezen, daarna kunnen we samen iets gaan doen.’
  4. Ruim samen het speelgoed op. Je kind herontdekt vast iets waar het mee wil spelen.
  5. Soms komt verveling voort uit vermoeidheid. Misschien helpt een pyjama-dag of een warm lang bad.