menu

remedial teaching

Een Remedial Teacher slash zendmast

Hoe Remedial Teaching een verschil kan maken. Niet alleen op lees- en spellinggebied, maar ook op een veel groter gebied: de kijk op de wereld. Zo zet je kinderen écht aan. We kijken mee op de werkvloer van remedial teachter Eva.

Maandagochtend: remedial teaching lessen voorbereiden. Ik blader door de map, de teksten kan ik als inmiddels dromen. Wordt het een tekst over het zonnestelsel, het beroep hovenier, koffie van poep of plasticsoep? Alhoewel ‘koffie van poep’ altijd een succes is onder de kinderen, kies ik toch voor plasticsoep. Nog niet wetende dat ik een hele klas ermee op zijn kop ga zetten.

Plasticsoep
Op het DigiBord projecteer ik de tekst. De kinderen zitten in een halve kring om het bord, met hun wisbordjes op schoot. Klaar om samen de tekst te lezen. Klaar om de antwoorden op de wisbordjes te schrijven. Bij het zien van de titel, vang ik enkele kreten op: ‘Gatver! Plasticsoep!’, ‘Is dat speelgoedsoep?’, ‘Oh dat is soep-in-zak’, ‘Laatst bij mijn oma dreef er een stukje verpakking in haar soep’. Ondertussen zoek ik enkele plaatjes op het internet van oceanen bezaaid met plastic. Ik verwacht dat ze ervan schrikken. Het afkeuren. Walgende geluiden maken. Maar nee hoor… het doet ze niet zoveel. ‘Juf, is deze foto op Kijkduin gemaakt?’, ‘In de zomervakantie was ik in Indonesië juf, daar heb ik het ook gezien’, ‘Hé daar drijft een blikje cola, grappig’. Dan maar grover geschut inzetten. Ik buig mij weer over het toetsenbord en typ dit keer ‘dieren en plasticsoep’; ongeveer 96.400 zoekresultaten. De verwachte reacties komen als een golf plasticsoep over mij heen.
Walging. Afkeer. Verontwaardiging. Medelijden. Boosheid. Ja, lieve kinderen, vandaag gaan we het hebben over plasticsoep…

Stoere blikken
Dinsdagochtend. Dezelfde groep 5 leerlingen. Ze komen dit keer letterlijk mijn lokaal binnenstormen. Groot nieuws! Een groep meisjes is begonnen met een plasticsoep-actie. Namelijk: ze verzamelen tijdens de pauze al het gevonden plastic in een hoekje van het plein. Voordat de bel gaat proppen ze alles stiekem in hun jaszak, om het vervolgens ook weer stiekem in de prullenbak van de klas te gooien. Zodra het woord stiekem valt, wisselen de meisjes stoere blikken uit. Ik spreek mijn trots uit. Voer een gesprek over het feit dat ze dit stiekem doen. Overtuig ze om het niet meer stiekem te doen. Bespreek deze actie met de rest van de groep en we maken vervolgens de vragen bij de tekst.

Trots
In mijn pauze loop ik door de gang langs het schoolplein. Vanaf de tweede verdieping heb je goed overzicht. Ik zie een paar kinderen voetballen, een aantal kinderen tikkertje spelen, enkele kinderen zitten bij elkaar en kletsen. Maar mijn oog valt op het groepje kinderen dat ‘plastic-hamsterend’ rondloopt en de buit verzamelt in een hoekje van het schoolplein.
Ik vergelijk mezelf wel eens met een zendmast; de hele dag zend ik informatie naar kinderen. Dat kost energie. Maar die keren dat het aankomt en je zet kinderen in beweging, dan geeft mij dat energie. Mijn groepje met kinderen was in beweging gezet, en ik… ik was een trotse energievolle zendmast!

6 vragen aan: BLH’ers Esmé en Eva

Team Buroleerlingenhulp

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit?
En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers Eva Voorn en Esmé van Minde.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Eva Voorn MSc

Eva Voorn

Eva: ‘’Van alle specialismen die BLH in huis heeft, voer ik voornamelijk dyslexiebehandelingen uit. Ik zie veel verschillende kinderen: de een heeft een flinke portie zelfvertrouwen, de ander zit te stuiteren van de ADHD en weer een ander vindt alles juist best spannend en eng. Daarnaast begeleid ik kinderen met verschillende schoolvakken, zoals begrijpend lezen, rekenen en werkwoordspelling. Ook diagnostische onderzoeken naar bijvoorbeeld dyslexie of dyscalculie zijn interessant om te doen. Of een intelligentieonderzoek.’’

Esmé: ‘’Als Remedial Teacher begeleid ik kinderen bij leerproblemen en -achterstanden. Ik zoek naar de kern van het probleem om vanaf daar het niveau van het ontwikkelingsgebied te verbeteren. Ik bied mijn begeleidingen zo plezierig en veilig mogelijk aan. Zodat kinderen weer plezier in leren ervaren, groeien in zelfvertrouwen én in motivatie. Ook geef ik vol enthousiasme de Rekenbootcamptraining.”

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Esmé van Minde

Esmé: ‘’Je kunt een les nooit gek genoeg maken. Met alles om je heen kun je actief aan de slag met rekenen of taal. Laatst heb ik een leerling op zijn step door de ruimte heen en weer laten steppen tijdens een spellingles. Je kunt mij, samen met een leerling, ook springend tegenkomen tijdens het inoefenen van de tafelsommen. Of ons kaartjes ziet slaan met een vliegenmepper.’’

Eva: “Hoe maak je lezen aantrekkelijker voor kinderen die lezen lastig, en daarom vaak niet leuk, vinden? Het dobbelsteenspel helpt. De worp bepaalt hoe we gaan lezen: om en om een zin, om en om een woord of in koor. De grote, gele, zachte dobbelsteen vliegt door de ruimte en het is elke keer weer ‘spannend’ hoe we gaan lezen. Inhoud, omtrek en oppervlakte oefenen? Pak een meetlint en meet kasten, dozen, pennenbakjes, schilderijen… noem maar op. Zoeken, bewegen, meten en rekenen maar!’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te bereiken met leerlingen?

Esmé
: ‘’Er is, naar mijn mening, niet één resultaat het allerbelangrijkst. Het is altijd tweevoudig: de didactische vaardigheden en de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn namelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zit een leerling niet lekker in zijn of haar vel? Dan zal die niet optimaal in staat zijn om alles uit zichzelf te halen op leergebied. Wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling wil ik bereiken dat kinderen vanuit zichzelf (intrinsiek) gemotiveerd raken om met de leerstof aan de slag te gaan.

Eva: ‘’Eigenlijk niet zo zeer het resultaat, maar het leerproces zelf. Dat kinderen gaandeweg vertrouwen krijgen in hun eigen inzet. ‘Hé, omdat ik al weken aan het oefenen ben, spel ik steeds meer woordjes goed!’ Het resultaat, of het nou 3 of 100 woorden zijn die beter gespeld worden, volgt vaak vanzelf.’’

Wat is je grootste, grappigste blunder?

Eva: ‘’Dat ik glad vergeten was de getallenlijn op te hangen voor een groepje kleuters, bleek geen punt te zijn. De kinderen gingen ijverig met elkaar aan de slag om alle kaartjes van 1 tot en met 20 in de goede volgorde aan de lijn te hangen. En trots dat ze waren toen de getallenlijn hing!’’

Hoe schemert de mindset-theorie door in je werkzaamheden?

Eva: ‘’Misschien wel het belangrijkste dat ik kinderen wil meegeven: je kunt het altijd proberen en van je fouten leer je ongelooflijk veel. Daarbij is het heel positief om als kind (maar zeker ook als volwassene!) in groeitaal tegen jezelf te praten. ‘Ik kan dit nóg niet’ in plaats van ‘ik kan dit niet’. Een verlegen ogend meisje tikte me laatst op m’n arm: ‘foutjes maken is niet erg toch? Want daar leer je toch van?’ En dat zei een meisje van vijf! Stop de persen, zij snapt het.’’

Esmé: ‘’Ik probeer de leerling zich op zijn of haar gemak te laten voelen door aandacht te besteden aan voor hen belangrijke zaken. Ik toon eerst interesse in de leerling zelf voor we aan de leerstof beginnen: even aandacht besteden aan nieuwe kleding, kletsen over de vakantie of vragen naar hobby’s of interesses. Daarnaast geef ik veel positieve feedback en tips om moeilijkheden te verbeteren.”

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Esmé: ‘’Ik vond het zó moeilijk het leestempo in de klas bij te houden. Nadat we klassikaal een tekst hadden gelezen, stelde de leerkracht er vragen over. Maar… ik was nooit op tijd klaar met lezen. Ontzettend frustrerend. Desondanks heeft het mij geleerd om teksten scannend te lezen én kan ik nu samenvatten als de beste.’’

Eva: ‘’Werkwoordspelling! On-mo-ge-lijk leek dat in groep 7. Al die regels, stappen en uitzonderingen. Hoe krijg je dat nou allemaal in je hoofd? De juf legde de regels nog een keer uit, en we maakten alsmaar oefeningen, er kwam nog meer uitleg… En opeens viel het kwartje. Ik snapte de regels en ben ze nooit meer vergeten. De aanhouder wint.’’