menu

interview

Dyslexie en hoogbegaafdheid

Wat kinderen makkelijk en moeilijk vinden op academisch gebied kan heel erg variëren. Sommigen kunnen moeilijk stilzitten in de klas en hebben moeite met het opnemen van informatie, anderen hebben een talenknobbel en vinden rekenen lastig. En soms heb je kinderen die heel hoog scoren op een intelligentietest, maar toch kampen met ernstige lees- en spellingproblemen.

Als psycholoog/orthopedagoog krijgen we dan te maken met de vraag: maakt het iets uit voor de diagnose van dyslexie wanneer een kind hoogbegaafd is? En voor de behandeling?

Het antwoord op de eerste vraag is simpel: de criteria voor dyslexie zijn voor iedereen hetzelfde! Het is niet zo dat als je bovengemiddeld intelligent bent, je niet tot de zwakste 10% lezers en/of spellers hoeft te horen voor de diagnose dyslexie. Al kun je óók wanneer je buiten die groep valt last ondervinden van lees- en spellingproblemen.

Voor de behandeling van dyslexie kan hoogbegaafdheid wél een verschil maken. Behandelsessies worden sowieso altijd aangepast aan de behoeften, interesses en capaciteiten van een kind. Om hoogbegaafden te begeleiden kan er nadruk worden gelegd op de volgende zaken:

  • Zoek samen naar de samenhang in spellingregels en orden deze op een logische manier in een spellingschriftje. Op deze manier wordt het ‘grotere’ plaatje zichtbaar;
  • Hierop aansluitend: vermijd het stampen van informatie;
  • Laat het kind zijn eigen fouten zoeken en verbeteren, dit vergroot het eigenaarschap in het leerproces;
  • Zorg ervoor dat een psycho-educatie over dyslexie ook ingaat op de kenmerken van hoogbegaafdheid.

Wil je meer lezen over dyslexie en hoogbegaafdheid? De Stichting Dyslexie Nederland heeft hier een interessant document over gepubliceerd. Ook raden we het boek Dyslexie als Kans aan voor de nieuwste bevindingen rondom over dit onderwerp en om meer te leren over het ‘dyslectische brein’ in het algemeen.

Meer lezen? Ga hier naar het overzicht met al onze blogs over onderwerpen die we tegenkomen in de dagelijkse praktijk. Van leesplezier tot sociaal-emotionele problematiek, van de mindset theorie tot tips voor ouders en scholen. Én natuurlijk meer BLH’ers die de 5 vragen beantwoorden.

5 vragen aan… Emma en Michelle

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Michelle en Emma.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Michelle: “Mijn werkzaamheden binnen BLH zijn momenteel vooral het begeleiden van kinderen met leerproblematiek, soms in combinatie met sociaal-emotionele problematiek of werkhouding/taakaanpak. Ik werk op verschillende scholen en zie ook kinderen op het kantoor aan de Vlierboomstraat.”

Emma: “Ik houd me voornamelijk bezig met de didactische kant. Ik kom op scholen om arrangementen uit te voeren, maar ook om het technisch lezen op zorgniveau 3 te verzorgen. Verder geef ik dyslexiebehandelingen. Ten slotte heb ik nog een paar particuliere leerlingen: dit varieert van het bijspijkeren van de werkwoordspelling tot leerlingen met faalangstklachten.”

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Emma: “Iets wat me meteen te binnen schiet is rekenen met behulp van ‘bewegend leren‘. De kinderen waren erg verbaasd dat ze niet op hun stoel hoefden te blijven zitten, maar rond mochten lopen of springen terwijl ze de tafels aan het oefenen waren.”

Michelle: “Tijdens begeleiding vind ik het leuk om gebruik te maken van echte materialen. Vorig jaar heb ik met een kleuter buiten bladeren gezocht bij het thema ‘herfst’. Eén van de doelwoorden was ‘dwarrelen’. Samen hebben we de bladeren staand op een stoel losgelaten en over elkaar heen laten vallen, dwarrelen dus!”

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te behalen met leerlingen?

Michelle: “Voor ieder kind is het doel of gewenste resultaat anders. Ik vind het ontzettend belangrijk om uit kinderen het hoogst haalbare te halen. Ik geloof dat dit alleen maar lukt als het kind ook zelf gaat geloven dat hij of zij dit kan. Daarom vind ik het bouwen aan zelfvertrouwen door middel van positieve benadering en succeservaringen het meest essentiële tijdens de begeleiding.”

Emma: “Ik vind het erg belangrijk dat de kinderen het naar hun zin hebben. Wanneer je merkt dat een kind met tegenzin bij je komt, kan je een stuk minder bereiken. Ik ga dan graag met het kind in gesprek om erachter te komen waar de tegenzin vandaan komt en hoe we dit kunnen oplossen. Kinderen komen dan zelf vaak met verrassende en goede ideeën!”

Hoe komt de mindsettheorie terug in je werkzaamheden?

Emma: “Deze theorie laat ik in al mijn soorten begeleidingen terugkomen, op allerlei verschillende manieren. Eén manier is om complimenten te geven gericht op het proces, in plaats van op het resultaat, maar ook de kinderen zelf in te laten zien dat het proces heel belangrijk is. Vaak merk je dat namelijk dat iedereen erg resultaatgericht bezig is. Een manier om kinderen bewust te laten worden van het belang van het proces, is bijvoorbeeld door af en toe terug te blikken op alles wat we samen al hebben bereikt in de begeleiding. Hierbij gebruik ik ook vaak de leerkuil-metafoor.”

Michelle: ”De mindset-theorie komt op verschillende momenten in de begeleiding terug. Als leerlingen het aankunnen, probeer ik de kinderen zelf te laten bepalen wat ze deze keer gaan oefenen en op welke manier. Zo maak ik ze eigenaar van hun eigen leerproces. Daarnaast is de positieve benadering zoals beschreven bij de vorige vraag ook ontzettend van belang. Kinderen moeten zelf gaan geloven dat ze iets kunnen. Wanneer ze doorzetten, kunnen ze alles bereiken.”

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Michelle: “Op de basisschool vond ik rekenen ontzettend moeilijk. In de vakanties kreeg ik boeken mee naar huis om bij te werken en tijdens het zelfstandig werken aan de weektaak zat ik altijd nog te zwoegen op de rekenles van die dag. Ik ben altijd blijven oefenen, maar op de middelbare school bleef wiskunde nog steeds struikelblok. Totdat ik een docent kreeg die bij mij het kwartje deed vallen. Opeens begreep ik de stof die ik eerst zo moeilijk had gevonden. Vanaf toen heb ik geen cijfer meer onder de 8 gehaald en voor de toets over de stelling van Pythagoras had ik zelfs een 10!”

Op welke manier leerde je vroeger het best?

Emma: “Mijn manier van leren was markeren van de leerstof om vervolgens samenvattingen te maken. Ik begon al op tijd met het lezen van alle stof, om belangrijke stukken tekst te markeren. Wanneer de toets er dan bijna aan kwam, ging ik van die gemarkeerde stukken een samenvatting maken. Zo had ik alle leerstof toch al twee keer volledig gelezen! Vaak maakte ik daarna nog weer een samenvatting van mijn samenvatting, omdat ik meestal iets te veel uitweidde ?.”

Meer lezen? Ga hier naar het overzicht met al onze blogs over onderwerpen die we tegenkomen in de dagelijkse praktijk. Van leesplezier tot sociaal-emotionele problematiek, van de mindset theorie tot tips voor ouders en scholen. Én natuurlijk meer BLH’ers die de 5 vragen beantwoorden.

5 vragen aan… Petra en Maaike

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Petra Spruijt en Maaike Karamati.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Maaike: ‘’De enorme afwisseling in het werk maakt dat iedere dag anders is. De ene dag geef ik dyslexiebehandelingen, de andere dag ben aan de slag met leerlingen met rekenproblemen. Leerlingen met bijvoorbeeld een arrangement hebben al zoveel tegenslagen ervaren dat je eerst vooral werkt aan het zelfvertrouwen.’

Petra: ‘’Ik werk met kinderen die moeite hebben met lezen en spellen en begeleid kinderen die Nederlands als tweede taal leren. Daarnaast behandel ik kinderen vanuit de basis GGZ voor allerlei zaken waar ze tegenaan lopen.’’

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Petra: ‘’Laatst deed ik met een leerling ontspanningsoefeningen. Een daarvan, de Milkshake (ja, ja, zo heet hij echt), doe je met water. Maar wij besloten dat het met een echte milkshake moest gebeuren. Die hebben we gehaald en het effect was verrukkelijk!’’

Maaike: ‘’De kunst is goed te kijken en te luisteren naar een kind. Dan kom je erachter welke creatieve dingen je kunt inzetten. Voor een meisje dat steeds het whiteboard op school wilde gebruiken, heb ik een mini-whiteboard meegenomen met gekleurde stiften. Het schrijven op haar eigen whiteboard gaf haar zoveel plezier dat die lastige spelling ineens veel minder vervelend was.’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te halen met leerlingen?

Maaike: ‘’Aan de ene kant word ik blij als kinderen didactisch de sprongen maken die je zo graag met ze wil maken. Aan de andere kant vind ik het nóg belangrijker dat ze meester worden van hun eigen leerproces. Realistische doelen stellen, leren vertrouwen op eigen kunnen en trots zijn op wat je al hebt bereikt.’’

Petra: ‘’Dat leerlingen zich weer zeker gaan voelen over wie ze zijn en wat ze kunnen. En dat leerlingen zich veilig voelen om zich te uiten en fouten durven te maken.’’

Wat is je grootste, grappigste blunder?

Maaike: ‘’Ik heb een jongen begeleid die moeite had met de acceptatie van zijn probleem. En eigenlijk geen hulp wilde uit angst voor de confrontatie. Op een dag pakte ik aan het begin van de begeleiding mijn iPad erbij. Gelijk startte groots een Fortnite-filmpje, wat mijn eigen zoon op mijn iPad bleek te hebben gedownload. Al snel begreep ik dat mijn leerling óók gek is op gamen. We spraken af dat hij iedere keer als beloning de laatste 5 minuten een game-filmpje mocht laten zien. Dat werkte supergoed en was uiteindelijk niet eens meer nodig.’’

Hoe schemert de mindset-theorie door in je werkzaamheden?

Petra: ‘’In de complimenten die ik geef. Deze zijn gericht op de kracht die iemand zelf heeft om verandering tot stand te brengen. Zo is een vraag van mij regelmatig: ‘en hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’ Daarnaast is mijn basishouding als psycholoog er een waarbij ik naast het kind ga staan om samen te kijken wat hij/zij nodig heeft om zijn/haar doelen te bereiken. Ook gebruik ik regelmatig het voorbeeld van de leerkuil, waar je eerst in moet om iets te leren voordat het gemakkelijker wordt.’’

Maaike: ‘’ Als kinderen niet in zichzelf geloven is het moeilijk om de zo gewenste groei door te maken. Een talenten-interview doet wonderen. Na afloop zie je kinderen helemaal opgewekt terug naar de klas gaan.’’

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Petra: ‘’Slagbal. Dat kon met een plankje of de knuppel. Met de knuppel sloeg ik altijd mis, dus moest ik met het plankje. Een home run zat er ook niet in voor mij, want ik was niet zo’n harde renner. Ik heb daardoor altijd het idee gehad dat ik niet goed in balspellen was. Of, sterker nog, dat ik geen sportief persoon ben. Tot ik mee ging doen met volleybaltoernooien op de Pabo. Aangezien het in eerste instantie vooral voor de lol was lag de druk om te presteren laag en durfde ik het aan. Het bleek dat ik niet onderdeed voor de rest en, ook dankzij mijn medestudenten die bleven vragen of ik mee deed, groeide mijn zelfvertrouwen hierin.

5 vragen aan… Liset

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’er Liset.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Liset: ‘’Het grootste deel van mijn werkzaamheden bestaat uit het behandelen van kinderen met dyslexie. Daarnaast komen ook andere leer-, gedrags- of sociaal emotionele problemen voor en doe ik regelmatig diagnostisch onderzoek. De jongste leerling die ik momenteel begeleid is 8 en de oudste 14, wat maakt dat je steeds een andere benadering moet zoeken. Dat is wat het werk zo leuk maakt!’’

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?
Liset: ‘’Veel! Denk aan: bellen blazen om een ontspannen ademhaling te oefenen, een ganzenbordspel maken van de spellingregels en zo veel mogelijk woordjes lezen zolang de spinner draait. Wel vind ik het heel belangrijk om een duidelijke structuur aan te houden. Dat draagt bij aan het creëren van een veilige plek voor kinderen. Daarom verloopt elke begeleiding via een vaste volgorde. Maar daarbinnen is dus van alles mogelijk!’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te bereiken met leerlingen?
Liset: ‘’Zonder twijfel vind ik het belangrijkste resultaat dat ik een blij kind binnen zie lopen. Sinds ik zelf moeder ben weet ik dat je als ouder maar één ding wilt: een kind dat lekker in zijn vel zit. De kinderen die bij ons binnen komen zijn vaak onzeker over hun prestaties. Door een band op te bouwen met de kinderen én realistische doelen te stellen bouwen kinderen weer zelfvertrouwen op. Dan gaan die lastige uitdagingen opeens een stuk gemakkelijker!’’

Wat is je grootste, grappigste blunder?
Liset: ‘’Aan het eind van de begeleiding geef ik de kinderen vaak een hand. Maar plots gaf een leerling mij drie zoenen op de wang. Kennelijk voelde hij zich heel vertrouwd. Ik heb nog nooit zulke rode wangen gezien! Ik vatte het op als een groot compliment. Leuk om erbij te vertellen; deze leerling heeft geweldige resultaten geboekt en heeft mijn hulp nu zelfs niet meer nodig.’’

Hoe schemert de mindset-theorie door in je werkzaamheden?
Liset: ‘’Ik denk zoveel mogelijk vanuit een groeimindset en praat in groeitaal. Lukt iets niet? Dan kan je het nóg niet. Gisteren nog corrigeerde ik een moeder toen ze haar dochter kwam ophalen. Ze zei dat ze niet zo goed is in het doen van het haar van haar dochter. En toen floepte ik er zomaar uit: ‘je kunt het nu nog niet, maar als je oefent lukt het je vast wel’. Het meisje moest daar hard om lachen en de moeder ook.’’

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?
Liset: ‘’Tijdens de studie psychologie vond ik statistiek behoorlijk pittig. Ik besloot niet bij de pakken neer te zitten en melde me aan voor een bijlesklas. Heel wat zaterdagen oefende ik met een groepje studenten en een tutor in de kroeg. Reuze gezellig én het leverde veel op! De universiteit nodigde me zelf uit om de master statistiek te gaan volgen vanwege mijn goede cijfers, haha. Mijn hart was ik echter al verloren aan de leer- en gedragsproblemen.’’

5 vragen aan… Marije Daalhuizen en Marga Goedheer

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit?
En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers van het eerste uur Marga Goedheer en Marije Daalhuizen.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?
Marije: ‘’In de praktijk begeleid ik voornamelijk kinderen met sociaal-, emotionele- en/of gedragsproblemen. Ook zie ik kinderen waarbij er (een vermoeden is van) een stoornis. Sinds ik de opleiding systeemtherapeut volg, betrek ik meer en meer de gezinsleden bij de behandeling. Eigenlijk kan je een kind, met al zijn of haar plussen en minnen, nooit los zien van de omgeving. Ik vind het een groot voorrecht dat ik met kinderen mag werken en hen in mogelijkheden leer denken in plaats van in beperkingen. Helemaal leuk: sinds kort geef ik de training HELD.’’

Marga: ‘’Bijna 11 jaar geleden begon ik als stagiaire mijn BLH-carrière. De plannen om in mijn woonplaats Houten een praktijk te beginnen kwamen snel op tafel. Ik begon met één dag opbouwen, al snel werd het een tweede en inmiddels loopt het zo goed dat collega’s Nynke en Pleuni mij versterken. Ik geef de ONL-dyslexiebehandelingen op scholen in Houten, Zeist en Driebergen. In mijn praktijk begeleid ik leerlingen met dyslexie, dyscalculie, faalangst en studievaardigheden. Ook kids zonder een diagnose geef ik extra ondersteuning bij begrijpend lezen en rekenen. En diagnostisch onderzoek vind ik interessant om te doen, daar lever ik graag een vrije dag voor in!’’

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?
Marga: ‘’Ik bedenk superleuke oplossingen voor kinderen die (écht) een hekel hebben aan lezen. Bijvoorbeeld songteksten lezen. Dan kijken we eerst het nummer met de videoclip op YouTube en daarna lezen we de tekst. En natuurlijk kiezen kinderen zelf hun favoriete nummer dat we gaan luisteren en lezen.’’

Marije: ‘’Creativiteit is niet per se alleen tekenen en knutselen. Maar juist iets nieuws doen, iets nieuws vinden of iets nieuws zien. Creativiteit zit in elk kind, ze moeten alleen de ruimte voelen om creatief te durven denken. Laatst vertelde een leerling erg van de natuur te houden. Dus wij -huppakee- lekker naar buiten. Soms gaat het praten ook makkelijker als je iemand niet steeds aan hoeft te kijken.’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te bereiken met leerlingen?
Marga: ‘’Zelfvertrouwen! Vertrouwen op hun eigen krachten en talenten. Die hebben ze stuk voor stuk. Natuurlijk is het fantastisch om te zien als leerlingen betere cijfers halen, maar als ze dat aan andere factoren wijten dan aan zichzelf heb je je doel gemist.’’

Marije: ‘’Het resultaat vind ik minder belangrijk dan het proces zelf. Om de bergtop te bereiken, moet je eerst goed leren klimmen. Een slippertje hier en een valpartij daar hoort er zeker bij. Dat maakt juist dat je de volgende keer beter weet hoe je moet klimmen. Daarom is fouten maken en herhaling superbelangrijk! Ik stel met kinderen doelen op die gaan over het ‘klimmen’; proces-doelen dus. Geweldig om te zien hoe motiverend het is voor kinderen om te zien in hoeverre hun inspanning effectief is geweest op de weg naar hun doel en hun bergtop.”

Hoe schemert de mindset-theorie door in je werkzaamheden?
Marga: ‘’De ‘leerkuil’! De plaat van de leerkuil is o-zo herkenbaar voor kinderen: dat je bij het leren van nieuwe, moeilijke dingen soms door een heel, heel, heel diepe, uitzichtloze kuil moet om de eindstreep te halen. Maar juist dapper dwars door die kuil gaan is zo leerzaam! Zodra een leerling weer voor een kuil staat, er bijna invalt óf er al middenin zit pak ik de plaat erbij. Samen kijken we hoe we weer uit het dal komen. Wat heb je nodig en wat moet je doen om te leren wat je wilt leren? De groeimindset in actie!”

Marije: ‘’Het aanleren van de groeimindset vind ik ontzettend belangrijk in de begeleiding. Ik praat daarom zo veel mogelijk in groeitaal. ‘Hier liggen voor jouw mogelijkheden om te groeien” klinkt toch heel anders dan “hier ben je gewoon niet goed in. Punt.’ Als kinderen heel jong zijn vinden ze het fantastisch om nieuwe dingen te leren en fouten te maken. Zoals kleintjes die letterlijk met vallen en opstaan leren lopen. Maar op de een of andere manier verdwijnt dit vaak als kinderen ouder worden. Ze willen perfect zijn. En worden (daardoor) soms faalangstig of zelfs depressief. Juist daarom ben ik zoveel bezig met de mindsettheorie. Ik vind het enorm belangrijk om kinderen zelfinzicht, zelfvertrouwen en een goed gevoel mee te geven over zichzelf en hun eigen capaciteiten.”

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?
Marije: ‘’Ik was verlegen en vond het doodeng om mijn vinger op te steken in de klas. Wat als ik een fout antwoord gaf en de juf boos zou worden? En dan ging ik mezelf ook nog eens vergelijken met andere kinderen. Ik maar denken dat ik dat allemaal toch niet kon… Jammer dat ik de groeimindset toen nog niet kende, ik zou er veel baat bij hebben gehad!’’

Marga: ‘’Op de middelbare school had ik vreselijke faalangst bij presentaties en spreekbeurten. Daar zo staan voor de klas met alle ogen op je gericht, brrr… Eigenlijk knaagde dit op de universiteit ook nog wel. Uiteindelijk deed ik het altijd. En ging het natuurlijk prima. Hoewel ik er stiekem nog steeds niet van houd, heb ik door die succeservaringen wél mooi geleerd dat ik het prima kan!’’