menu

dyslexie

5 TOOLS TO SUPPORT KIDS WITH DYSLEXIA

Dyslexia is one of the most common neurocognitive disorders affecting millions of people worldwide. With the right resources, children with dyslexia can develop strong reading, writing, and comprehension skills, gaining confidence in their abilities. In this article, we introduce some of the most practical, evidence-based tools designed to meet the unique needs of dyslexic learners and empower them on their learning journey. Let’s dive into these essential resources and make learning more accessible for every child!

1. Multi-Sensory Instruction

Multisensory instruction is a way of teaching that engages more than one sense at a time to stimulate different parts of the brain and enhance the learning process. Combining the use of sight, sound, touch, and movement helps children with Dyslexia better understand and retain information. Techniques often include activities such as tracing letters in sand, using letter tiles, or read-alouds and echo reading. Research shows that engaging multiple senses strengthens neural pathways associated with reading, which does not only make it easier for children to process language by creating more ways for them to connect with words and their meanings, but also imrpoves memory performance (1).

2. Phonological Awareness Training

Children with Dyslexia commonly show deficits in phonological skills – the ability to recognize and manipulate the sounds in spoken and written language (2). These skills directly impact reading and spelling abilities, as children may struggle to identify parts of words (rhymes, blends, syllables etc.). Therefore, phonological awareness training is crucial as it builds foundational skills by helping children recognize and manipulate the sounds in words. Targeted training can improve the ability to decode words, leading to more fluent and confident reading.

3. Speech-to-Text/Text-to-Speech

Speech-to-Text and Text-to-Speech technologies assist children with dyslexia in both reading and writing. Text-to-Speech, a tool reading digital text aloud, helps students follow along and understand content without struggling to decode every word. This allows students to access grade-level materials with ease and hence bridges the gap between reading skills and content understanding. A widely used online Text-to-Speech tool is Speechify. Meanwhile, Speech-to-Text tools allow students to dictate their thoughts, bypassing the challenges of spelling and writing. This allows children to express themselves without being limited by their reading or writing challenges.

4. Audiobooks

Audiobooks provide a valuable resource for children with Dyslexia by allowing them to access the content of books with ease. This can make it easier to enjoy literature, keep up with reading assignments, and build vocabulary without the frustration of decoding. Research have shown that audiobooks not only improve comprehension and reading accuracy, but also help children to increase their motivation and involvement in school activities (3). Thanks to audiobooks, children can build a love for reading, as they can follow along with complex stories that may be otherwise challenging.

5. Decodable Books

Decodable books are designed with a focus on phonetic patterns, allowing children to practice reading and learn to decode words by using words that align with their phonics level. Improving the ability to recognize words ability then allows young readers to focus more on text comprehension (4). Unlike standard books, which often contain complex words that may not follow predictable patterns, decodable books gradually reinforce the phonics rules children are learning, boosting their confidence and fluency. This provides opportunities for success, which is a great motivation for beginning readers facing challenges due to Dyslexia.


Seeking Support for Dyslexia?

At Anykind, we’re dedicated to helping expat children with dyslexia and other learning or social-emotional challenges reach their full potential. If you think your child could benefit from support, don’t hesitate to reach out!

Schedule an appointment with one of our psychologists today using this form or sending an email to info@anykind.org

Want to learn more?
This month we’re here not only to bust common myths, but also to share helpful tools and resources, recommend books, and highlight the strengths of dyslexia. Stay tuned for more posts! For more content make sure to follow our InstagramFacebook and Linkedin.


Resources:
(1) Okray, Z., Jacob, P.F., Stern, C. et al. Multisensory learning binds neurons into a cross-modal memory engram. Nature 617, 777–784 (2023). https://doi.org/10.1038/s41586-023-06013-8
(2) Peters, L., Op de Beeck, H., & De Smedt, B. (2020). Cognitive correlates of dyslexia, dyscalculia, and comorbid dyslexia/dyscalculia: Effects of numerical magnitude processing and phonological processing. Research in Developmental Disabilities, 107, 103806. https://doi.org/10.1016/j.ridd.2020.103806
(3) Milani, A., Lorusso, M. L., & Molteni, M. (2010). The effects of audiobooks on the psychosocial adjustment of pre-adolescents and adolescents with dyslexia. Dyslexia, 16(1), 87–97. https://doi.org/10.1002/dys.397
(4) Cheatham, J. P. and Allor, J. H. (2012) The influence of decodability in early reading text on reading achievement: a review of the evidence. Reading and Writing,  25.9, pp.  2223–2246. https://doi.org/10.1007/s11145-011-9355-2



Dyslexie en hoogbegaafdheid

Wat kinderen makkelijk en moeilijk vinden op academisch gebied kan heel erg variëren. Sommigen kunnen moeilijk stilzitten in de klas en hebben moeite met het opnemen van informatie, anderen hebben een talenknobbel en vinden rekenen lastig. En soms heb je kinderen die heel hoog scoren op een intelligentietest, maar toch kampen met ernstige lees- en spellingproblemen.

Als psycholoog/orthopedagoog krijgen we dan te maken met de vraag: maakt het iets uit voor de diagnose van dyslexie wanneer een kind hoogbegaafd is? En voor de behandeling?

Het antwoord op de eerste vraag is simpel: de criteria voor dyslexie zijn voor iedereen hetzelfde! Het is niet zo dat als je bovengemiddeld intelligent bent, je niet tot de zwakste 10% lezers en/of spellers hoeft te horen voor de diagnose dyslexie. Al kun je óók wanneer je buiten die groep valt last ondervinden van lees- en spellingproblemen.

Voor de behandeling van dyslexie kan hoogbegaafdheid wél een verschil maken. Behandelsessies worden sowieso altijd aangepast aan de behoeften, interesses en capaciteiten van een kind. Om hoogbegaafden te begeleiden kan er nadruk worden gelegd op de volgende zaken:

  • Zoek samen naar de samenhang in spellingregels en orden deze op een logische manier in een spellingschriftje. Op deze manier wordt het ‘grotere’ plaatje zichtbaar;
  • Hierop aansluitend: vermijd het stampen van informatie;
  • Laat het kind zijn eigen fouten zoeken en verbeteren, dit vergroot het eigenaarschap in het leerproces;
  • Zorg ervoor dat een psycho-educatie over dyslexie ook ingaat op de kenmerken van hoogbegaafdheid.

Wil je meer lezen over dyslexie en hoogbegaafdheid? De Stichting Dyslexie Nederland heeft hier een interessant document over gepubliceerd. Ook raden we het boek Dyslexie als Kans aan voor de nieuwste bevindingen rondom over dit onderwerp en om meer te leren over het ‘dyslectische brein’ in het algemeen.

Meer lezen? Ga hier naar het overzicht met al onze blogs over onderwerpen die we tegenkomen in de dagelijkse praktijk. Van leesplezier tot sociaal-emotionele problematiek, van de mindset theorie tot tips voor ouders en scholen. Én natuurlijk meer BLH’ers die de 5 vragen beantwoorden.

5 vragen aan… Emma en Michelle

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Michelle en Emma.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Michelle: “Mijn werkzaamheden binnen BLH zijn momenteel vooral het begeleiden van kinderen met leerproblematiek, soms in combinatie met sociaal-emotionele problematiek of werkhouding/taakaanpak. Ik werk op verschillende scholen en zie ook kinderen op het kantoor aan de Vlierboomstraat.”

Emma: “Ik houd me voornamelijk bezig met de didactische kant. Ik kom op scholen om arrangementen uit te voeren, maar ook om het technisch lezen op zorgniveau 3 te verzorgen. Verder geef ik dyslexiebehandelingen. Ten slotte heb ik nog een paar particuliere leerlingen: dit varieert van het bijspijkeren van de werkwoordspelling tot leerlingen met faalangstklachten.”

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Emma: “Iets wat me meteen te binnen schiet is rekenen met behulp van ‘bewegend leren‘. De kinderen waren erg verbaasd dat ze niet op hun stoel hoefden te blijven zitten, maar rond mochten lopen of springen terwijl ze de tafels aan het oefenen waren.”

Michelle: “Tijdens begeleiding vind ik het leuk om gebruik te maken van echte materialen. Vorig jaar heb ik met een kleuter buiten bladeren gezocht bij het thema ‘herfst’. Eén van de doelwoorden was ‘dwarrelen’. Samen hebben we de bladeren staand op een stoel losgelaten en over elkaar heen laten vallen, dwarrelen dus!”

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te behalen met leerlingen?

Michelle: “Voor ieder kind is het doel of gewenste resultaat anders. Ik vind het ontzettend belangrijk om uit kinderen het hoogst haalbare te halen. Ik geloof dat dit alleen maar lukt als het kind ook zelf gaat geloven dat hij of zij dit kan. Daarom vind ik het bouwen aan zelfvertrouwen door middel van positieve benadering en succeservaringen het meest essentiële tijdens de begeleiding.”

Emma: “Ik vind het erg belangrijk dat de kinderen het naar hun zin hebben. Wanneer je merkt dat een kind met tegenzin bij je komt, kan je een stuk minder bereiken. Ik ga dan graag met het kind in gesprek om erachter te komen waar de tegenzin vandaan komt en hoe we dit kunnen oplossen. Kinderen komen dan zelf vaak met verrassende en goede ideeën!”

Hoe komt de mindsettheorie terug in je werkzaamheden?

Emma: “Deze theorie laat ik in al mijn soorten begeleidingen terugkomen, op allerlei verschillende manieren. Eén manier is om complimenten te geven gericht op het proces, in plaats van op het resultaat, maar ook de kinderen zelf in te laten zien dat het proces heel belangrijk is. Vaak merk je dat namelijk dat iedereen erg resultaatgericht bezig is. Een manier om kinderen bewust te laten worden van het belang van het proces, is bijvoorbeeld door af en toe terug te blikken op alles wat we samen al hebben bereikt in de begeleiding. Hierbij gebruik ik ook vaak de leerkuil-metafoor.”

Michelle: ”De mindset-theorie komt op verschillende momenten in de begeleiding terug. Als leerlingen het aankunnen, probeer ik de kinderen zelf te laten bepalen wat ze deze keer gaan oefenen en op welke manier. Zo maak ik ze eigenaar van hun eigen leerproces. Daarnaast is de positieve benadering zoals beschreven bij de vorige vraag ook ontzettend van belang. Kinderen moeten zelf gaan geloven dat ze iets kunnen. Wanneer ze doorzetten, kunnen ze alles bereiken.”

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Michelle: “Op de basisschool vond ik rekenen ontzettend moeilijk. In de vakanties kreeg ik boeken mee naar huis om bij te werken en tijdens het zelfstandig werken aan de weektaak zat ik altijd nog te zwoegen op de rekenles van die dag. Ik ben altijd blijven oefenen, maar op de middelbare school bleef wiskunde nog steeds struikelblok. Totdat ik een docent kreeg die bij mij het kwartje deed vallen. Opeens begreep ik de stof die ik eerst zo moeilijk had gevonden. Vanaf toen heb ik geen cijfer meer onder de 8 gehaald en voor de toets over de stelling van Pythagoras had ik zelfs een 10!”

Op welke manier leerde je vroeger het best?

Emma: “Mijn manier van leren was markeren van de leerstof om vervolgens samenvattingen te maken. Ik begon al op tijd met het lezen van alle stof, om belangrijke stukken tekst te markeren. Wanneer de toets er dan bijna aan kwam, ging ik van die gemarkeerde stukken een samenvatting maken. Zo had ik alle leerstof toch al twee keer volledig gelezen! Vaak maakte ik daarna nog weer een samenvatting van mijn samenvatting, omdat ik meestal iets te veel uitweidde ?.”

Meer lezen? Ga hier naar het overzicht met al onze blogs over onderwerpen die we tegenkomen in de dagelijkse praktijk. Van leesplezier tot sociaal-emotionele problematiek, van de mindset theorie tot tips voor ouders en scholen. Én natuurlijk meer BLH’ers die de 5 vragen beantwoorden.

5 vragen aan… Pleuni en Margot

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Pleuni van den Hoeven en Margot Bak.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Margot: ”Ik begeleid met name kinderen met dyslexie. Ik help hen met lezen, spellen en natuurlijk het vergroten van hun zelfvertrouwen.”

Pleuni: ”Ik begeleid leerlingen die moeite hebben met begrijpend lezen, plannen of heel onzeker zijn, maar ook kinderen met dyslexie, dyscalculie, AD(H)D, TOS en autisme. Omdat alle kinderen uniek zijn is ook elke begeleiding anders.’’

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Pleuni van den Hoeven MScPleuni: ‘’Een paar weken geleden vroeg een leerling me hoe groot een auto eigenlijk is. Gewapend met een meetlint gingen we de straat op en deden een wedstrijdje. Eerst schatten we allebei de grootte om daarna te meten wie gelijk had. Ik had natuurlijk ook gewoon kunnen vertellen hoeveel meter een gemiddelde auto is, maar toen ze zelf kon ervaren hoe lang iets is, bijvoorbeeld door grote stappen te zetten of het op te meten, begreep ze het echt.’’

Margot: ‘’Veel van mijn leerlingen vinden het leuk om verhalen te verzinnen met woorden die zij moeten leren of zelf verhaalsommen te maken met de getallen. Wat een creativiteit komt er dan naar boven! Vaak spelen we zelf de hoofdrol in de verzonnen verhalen. Aan het eind van de begeleiding lezen mijn leerlingen hun verhaal voor aan hun ouders. Die zijn dan hartstikke trots!’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te halen met leerlingen?

Pleuni: ‘’De verbazing op het gezicht wanneer een leerling ervaart iets te kunnen waarvan hij/zij het zelf nog niet wist! Die verbazing leidt vaak tot een zelfvertrouwen-boost en een flinke dosis lef voor nieuwe uitdagingen.’’

Margot: ‘’Het belangrijkste resultaat dat ik met mijn leerlingen wil behalen is dat zij weer met plezier en vertrouwen leren. Dat zij merken dat ze vooruitgegaan zijn en dat aan hun eigen inzet te danken hebben.’’

Hoe schemert de mindset-theorie door in je werkzaamheden?

Pleuni: ‘’Ik vind het belangrijk om een leerling te laten beseffen dat elke bekende sporter of zangeres niet zomaar zo goed is geworden, maar juist door heel veel te oefenen en te trainen! Door veel te oefenen kan je beter worden, zelfs in dingen die je enorm lastig of eng vindt.’’

Margot: ‘’Ik moedig leerlingen altijd aan om iets nieuws te proberen en te leren van fouten die daarmee geheid gepaard gaan (lees in deze blog hóe je nou van fouten leert). Wat gaat al goed en wat wil je leren? Ik maak bij elke evaluatie een grafiek van de groei van mijn leerlingen, zo wordt het zichtbaar.’’

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Margot: ‘’Ik vond gym altijd erg lastig. Een bal vangen of een koprol maken waren grote uitdagingen voor mij. Gelukkig hielpen mijn klasgenootjes mij dan. En ik kon anderen weer helpen met andere vakken, bijvoorbeeld taal.’’

Pleuni: ‘’Ik had behoorlijke (faal)angst voor Engels op de middelbare school. Wanneer de Engels docent mij vragen stelde en ik in het Engels moest antwoorden brak het zweet me uit en zei ik gewoon dat ik het antwoord niet wist. Liever doen alsof ik het niet wist dan voor schut staan als ik het verkeerde antwoord zou geven. Op een dag vroeg ik aan mijn Engels docent om mij geen beurt meer te geven in de les. Helaas stemde hij in. Vanaf toen kreeg ik nooit meer een beurt én leerde ik niks meer bij! Het probleem was op de middelbare school opgelost, maar uiteraard sloeg de angst weer toe toen ik later onverwachts Engels moest praten. Uiteindelijk besloot ik te gaan reizen en tijdelijk te werken in Vietnam. De enige manier om te communiceren met de mensen waarmee ik samenwerkte, was Engels. Nu kon ik het Engels niet uit de weg en moest ik de uitdaging wel aangaan. Sindsdien heb ik geleerd dat fouten maken helemaal niet erg is. Je leert er juist van, want door alle fouten die ik gemaakt heb ben ik beter geworden in Engels en vind ik het nu stiekem best wel leuk. Sindsdien durf ik ook sneller andere uitdagingen aan te gaan en blijf ik nieuwe dingen leren!’’

5 vragen aan… Petra en Maaike

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Petra Spruijt en Maaike Karamati.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Maaike: ‘’De enorme afwisseling in het werk maakt dat iedere dag anders is. De ene dag geef ik dyslexiebehandelingen, de andere dag ben aan de slag met leerlingen met rekenproblemen. Leerlingen met bijvoorbeeld een arrangement hebben al zoveel tegenslagen ervaren dat je eerst vooral werkt aan het zelfvertrouwen.’

Petra: ‘’Ik werk met kinderen die moeite hebben met lezen en spellen en begeleid kinderen die Nederlands als tweede taal leren. Daarnaast behandel ik kinderen vanuit de basis GGZ voor allerlei zaken waar ze tegenaan lopen.’’

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Petra: ‘’Laatst deed ik met een leerling ontspanningsoefeningen. Een daarvan, de Milkshake (ja, ja, zo heet hij echt), doe je met water. Maar wij besloten dat het met een echte milkshake moest gebeuren. Die hebben we gehaald en het effect was verrukkelijk!’’

Maaike: ‘’De kunst is goed te kijken en te luisteren naar een kind. Dan kom je erachter welke creatieve dingen je kunt inzetten. Voor een meisje dat steeds het whiteboard op school wilde gebruiken, heb ik een mini-whiteboard meegenomen met gekleurde stiften. Het schrijven op haar eigen whiteboard gaf haar zoveel plezier dat die lastige spelling ineens veel minder vervelend was.’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te halen met leerlingen?

Maaike: ‘’Aan de ene kant word ik blij als kinderen didactisch de sprongen maken die je zo graag met ze wil maken. Aan de andere kant vind ik het nóg belangrijker dat ze meester worden van hun eigen leerproces. Realistische doelen stellen, leren vertrouwen op eigen kunnen en trots zijn op wat je al hebt bereikt.’’

Petra: ‘’Dat leerlingen zich weer zeker gaan voelen over wie ze zijn en wat ze kunnen. En dat leerlingen zich veilig voelen om zich te uiten en fouten durven te maken.’’

Wat is je grootste, grappigste blunder?

Maaike: ‘’Ik heb een jongen begeleid die moeite had met de acceptatie van zijn probleem. En eigenlijk geen hulp wilde uit angst voor de confrontatie. Op een dag pakte ik aan het begin van de begeleiding mijn iPad erbij. Gelijk startte groots een Fortnite-filmpje, wat mijn eigen zoon op mijn iPad bleek te hebben gedownload. Al snel begreep ik dat mijn leerling óók gek is op gamen. We spraken af dat hij iedere keer als beloning de laatste 5 minuten een game-filmpje mocht laten zien. Dat werkte supergoed en was uiteindelijk niet eens meer nodig.’’

Hoe schemert de mindset-theorie door in je werkzaamheden?

Petra: ‘’In de complimenten die ik geef. Deze zijn gericht op de kracht die iemand zelf heeft om verandering tot stand te brengen. Zo is een vraag van mij regelmatig: ‘en hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’ Daarnaast is mijn basishouding als psycholoog er een waarbij ik naast het kind ga staan om samen te kijken wat hij/zij nodig heeft om zijn/haar doelen te bereiken. Ook gebruik ik regelmatig het voorbeeld van de leerkuil, waar je eerst in moet om iets te leren voordat het gemakkelijker wordt.’’

Maaike: ‘’ Als kinderen niet in zichzelf geloven is het moeilijk om de zo gewenste groei door te maken. Een talenten-interview doet wonderen. Na afloop zie je kinderen helemaal opgewekt terug naar de klas gaan.’’

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Petra: ‘’Slagbal. Dat kon met een plankje of de knuppel. Met de knuppel sloeg ik altijd mis, dus moest ik met het plankje. Een home run zat er ook niet in voor mij, want ik was niet zo’n harde renner. Ik heb daardoor altijd het idee gehad dat ik niet goed in balspellen was. Of, sterker nog, dat ik geen sportief persoon ben. Tot ik mee ging doen met volleybaltoernooien op de Pabo. Aangezien het in eerste instantie vooral voor de lol was lag de druk om te presteren laag en durfde ik het aan. Het bleek dat ik niet onderdeed voor de rest en, ook dankzij mijn medestudenten die bleven vragen of ik mee deed, groeide mijn zelfvertrouwen hierin.

Dyslexie: geen stoornis, maar juist een talent!?

Wat hebben Leonardo DaVinci, Jamie Oliver en Albert Einstein én een hele hoop kinderen uit onze praktijk met elkaar gemeen? Juist, allemaal hebben ze dyslexie. Mensen met dyslexie denken anders dan mensen zonder dyslexie. Maar dat maakt ze niet beter, slechter of talentvoller dan anderen. Wel anders. Als we van ieder individu de unieke en bijzondere kanten nemen en deze bundelen zijn we samen het sterkst.

Afgelopen zomer kwam er een nieuwsbericht voorbij. Het vermelde dat dyslexie een talent is. ‘’Niet voor niets is 40% van de self made millionaires volgens een Brits onderzoek dyslectisch’’. Dyslectici zijn vaak ondernemend, creatief en zien verrassende verbanden, zo ging het artikel verder. En ze kunnen hard werken, want wie als dyslecticus moet leren lezen, moet tien keer zo hard werken.

Het dyslectische brein
Van oorsprong is onderwijs erop gericht te leren door taal. De stof van aardrijkskunde en biologie krijgen kinderen voorgeschoteld in boekvorm en ook de instructie van de moeilijke rekensom is uitgeschreven in woorden. Technologie gooit dat op de schop. Administratief- en taligwerk wordt gedaan door computers en robots. En we kunnen leren door beelden; het world wide web staat vol uitleg- en instructiefilmpjes.
De wereld van nu zit minder te wachten op het talige onderwijs. De wereld zit meer te wachten op innovatief denken, verrassende oplossingen bedenken en doorzetten. En laat dit nou precies zijn waar dyslectici goed in zijn, schreef het artikel. Het dyslectische brein is perfect ingericht op de nieuwe economie. En toen kwam het hoge woord in het artikel: ‘’ik voorspel dat mensen gaan doen alsof ze dyslectisch zijn, omdat het een talent wordt.’’

Krachten bundelen
Maar slaan we niet een beetje door om dyslexie een talent te noemen? Is het hebben van geen dyslexie dan ook een talent? Het wel of niet hebben van dyslexie is, volgens ons, eigenlijk best irrelevant als we zoeken en graven naar talenten van kinderen. Elk kind heeft, los van alle stoornissen, zijn eigen talenten. Laten we kijken naar unieke en bijzondere kanten van ieder individu. En als we de krachten bundelen maken die ons samen het meest krachtig en meest intelligent. Zo halen we het meest uit onze maatschappij en kunnen we het meest bereiken. Zoals Mark Mieras zegt: ‘’We zijn tenslotte samen het meest intelligent als we allemaal verschillend denken.’’

Meer weten wat BLH biedt voor kinderen met dyslexie? Klik hier! En lees in deze blog meer over onze visie op talentgericht werken.

Geïnspireerd op: Het Parool, ‘’Dyslexie is een talent’’, 5 juli 2018

Dyslectisch? Zo leer je wel de Engelse taal

De kracht van een docent Engels die niet zo maar bij de pakken neerzit. Wat doe je als je dyslectische leerlingen spaak lopen? Tijd voor actie. Kinderen met dyslexie de wonderschone Engelse taal aanleren: dat zou hem wel lukken. Want die Engelse taal is toch wel erg onmisbaar in het leven. Een gedachtegang, methode en ontwikkeling waar BLH het helemaal mee eens is. Kees Siepelinga over (het ontwikkelen van) zijn methode en werkboek:

Dyslexie en de Nederlandse lees- en schrijfwijze onder de knie krijgen? Lastig. Dyslexie en de Éngelse lees- en schrijfwijze onder de knie krijgen? Misschien wel nog lastiger. Als docent Engels werk ik inmiddels al jaren met kinderen met een taalachterstand vanwege dyslexie. Tijdens de lessen hoorde ik telkens hetzelfde door het klaslokaal: ‘’ik heb dyslexie, dus mijn spelling is toch slecht’’ of ‘’ik kan het toch niet’’. Ik zag dat juist deze kinderen faalangstig werden. En ik kreeg ze amper aan het werk. Gevolg: hun Engelse skills werden er niet beter op.

Overtuigd
Een manier om kinderen met dyslexie de Engels taal op een uitdagende, maar behapbare manier aan te leren? Die vraag bleef maar door mijn hoofd spoken. Want de excuses en niet-opbeurende reacties van mijn leerlingen; ik kon ze maar moeilijk accepteren en ermee omgaan. Op een dag was het duidelijk: ik doe er wat mee. Ik was er stellig van overtuigd dat ik als docent Engels deze kinderen kan helpen.

Actie!
Deze overtuiging, en -toegegeven- de soms opgelopen irritatie dat ik mijn dyslectische leerlingen niet of nauwelijks Engels kon bijbrengen, heeft mij aangezet tot onderzoek doen. Talloze Amerikaanse- en Nederlandse wetenschappelijke artikelen over dyslexie heb ik verslonden. Steeds meer en meer kwam ik te weten. Een rijke aanvulling op mijn kennis over de Engelse taal. Uiteindelijk resulteerde het in een werkboek. Een werkboek gericht op het trainen van het fonemisch bewustzijn. Dit betekent dat ik kinderen train in het herkennen en benoemen van klanken in de Engelse taal. Onderzoeken laten zien dat het bewustzijn van klanken en hoe deze klanken opgeschreven moeten worden een belangrijke basis vormen voor het aanleren van Engels als tweede taal.

Bijles Engels & Dyslexie
Er kwam een onderzoek op een middelbare school in Den Haag. Met goede resultaten. Ik besloot meer leerlingen te helpen die in zwaar weer zitten bij het leren van de Engelse taal door hun dyslexie. Zo ontstond mijn eigen bedrijf. Een bijles Engels & Dyslexie richt zich op individuele problematiek met de Engelse taal, van luisteren en spreken tot schrijven en lezen.

BLH biedt in samenwerking met SGA Onderwijs 50% korting op de bijles Engels & Dyslexie geboekt in 2018 (€25,- i.p.v. €50). Bij aanvragen van tenminste 10 bijlessen zit een gratis licentie voor één maand Fast Forword (t.w.v. €49,-). BLH en SGA Onderwijs slaan eveneens de handen ineen voor de Engels & Dyslexie zomerschool. Meld je aan via info@buroleerlingenhulp.nl.

6 vragen aan: BLH’ers Esmé en Eva

Team Buroleerlingenhulp

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit?
En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers Eva Voorn en Esmé van Minde.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Eva Voorn MSc

Eva Voorn

Eva: ‘’Van alle specialismen die BLH in huis heeft, voer ik voornamelijk dyslexiebehandelingen uit. Ik zie veel verschillende kinderen: de een heeft een flinke portie zelfvertrouwen, de ander zit te stuiteren van de ADHD en weer een ander vindt alles juist best spannend en eng. Daarnaast begeleid ik kinderen met verschillende schoolvakken, zoals begrijpend lezen, rekenen en werkwoordspelling. Ook diagnostische onderzoeken naar bijvoorbeeld dyslexie of dyscalculie zijn interessant om te doen. Of een intelligentieonderzoek.’’

Esmé: ‘’Als Remedial Teacher begeleid ik kinderen bij leerproblemen en -achterstanden. Ik zoek naar de kern van het probleem om vanaf daar het niveau van het ontwikkelingsgebied te verbeteren. Ik bied mijn begeleidingen zo plezierig en veilig mogelijk aan. Zodat kinderen weer plezier in leren ervaren, groeien in zelfvertrouwen én in motivatie. Ook geef ik vol enthousiasme de Rekenbootcamptraining.”

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Esmé van Minde

Esmé: ‘’Je kunt een les nooit gek genoeg maken. Met alles om je heen kun je actief aan de slag met rekenen of taal. Laatst heb ik een leerling op zijn step door de ruimte heen en weer laten steppen tijdens een spellingles. Je kunt mij, samen met een leerling, ook springend tegenkomen tijdens het inoefenen van de tafelsommen. Of ons kaartjes ziet slaan met een vliegenmepper.’’

Eva: “Hoe maak je lezen aantrekkelijker voor kinderen die lezen lastig, en daarom vaak niet leuk, vinden? Het dobbelsteenspel helpt. De worp bepaalt hoe we gaan lezen: om en om een zin, om en om een woord of in koor. De grote, gele, zachte dobbelsteen vliegt door de ruimte en het is elke keer weer ‘spannend’ hoe we gaan lezen. Inhoud, omtrek en oppervlakte oefenen? Pak een meetlint en meet kasten, dozen, pennenbakjes, schilderijen… noem maar op. Zoeken, bewegen, meten en rekenen maar!’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te bereiken met leerlingen?

Esmé
: ‘’Er is, naar mijn mening, niet één resultaat het allerbelangrijkst. Het is altijd tweevoudig: de didactische vaardigheden en de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn namelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zit een leerling niet lekker in zijn of haar vel? Dan zal die niet optimaal in staat zijn om alles uit zichzelf te halen op leergebied. Wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling wil ik bereiken dat kinderen vanuit zichzelf (intrinsiek) gemotiveerd raken om met de leerstof aan de slag te gaan.

Eva: ‘’Eigenlijk niet zo zeer het resultaat, maar het leerproces zelf. Dat kinderen gaandeweg vertrouwen krijgen in hun eigen inzet. ‘Hé, omdat ik al weken aan het oefenen ben, spel ik steeds meer woordjes goed!’ Het resultaat, of het nou 3 of 100 woorden zijn die beter gespeld worden, volgt vaak vanzelf.’’

Wat is je grootste, grappigste blunder?

Eva: ‘’Dat ik glad vergeten was de getallenlijn op te hangen voor een groepje kleuters, bleek geen punt te zijn. De kinderen gingen ijverig met elkaar aan de slag om alle kaartjes van 1 tot en met 20 in de goede volgorde aan de lijn te hangen. En trots dat ze waren toen de getallenlijn hing!’’

Hoe schemert de mindset-theorie door in je werkzaamheden?

Eva: ‘’Misschien wel het belangrijkste dat ik kinderen wil meegeven: je kunt het altijd proberen en van je fouten leer je ongelooflijk veel. Daarbij is het heel positief om als kind (maar zeker ook als volwassene!) in groeitaal tegen jezelf te praten. ‘Ik kan dit nóg niet’ in plaats van ‘ik kan dit niet’. Een verlegen ogend meisje tikte me laatst op m’n arm: ‘foutjes maken is niet erg toch? Want daar leer je toch van?’ En dat zei een meisje van vijf! Stop de persen, zij snapt het.’’

Esmé: ‘’Ik probeer de leerling zich op zijn of haar gemak te laten voelen door aandacht te besteden aan voor hen belangrijke zaken. Ik toon eerst interesse in de leerling zelf voor we aan de leerstof beginnen: even aandacht besteden aan nieuwe kleding, kletsen over de vakantie of vragen naar hobby’s of interesses. Daarnaast geef ik veel positieve feedback en tips om moeilijkheden te verbeteren.”

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Esmé: ‘’Ik vond het zó moeilijk het leestempo in de klas bij te houden. Nadat we klassikaal een tekst hadden gelezen, stelde de leerkracht er vragen over. Maar… ik was nooit op tijd klaar met lezen. Ontzettend frustrerend. Desondanks heeft het mij geleerd om teksten scannend te lezen én kan ik nu samenvatten als de beste.’’

Eva: ‘’Werkwoordspelling! On-mo-ge-lijk leek dat in groep 7. Al die regels, stappen en uitzonderingen. Hoe krijg je dat nou allemaal in je hoofd? De juf legde de regels nog een keer uit, en we maakten alsmaar oefeningen, er kwam nog meer uitleg… En opeens viel het kwartje. Ik snapte de regels en ben ze nooit meer vergeten. De aanhouder wint.’’

Lezen gruwelijk? Niet met deze boeken!

Over de grafkist waar geluid uitkwam…
4 boekentips (ook voor wie gruwelt van lezen)

Sommige kinderen vinden lezen écht gruwelijk. Gruwelijk saai. Of gruwelijk moeilijk. Maar een spannend boek kan wonderen doen. Daarom tippen vier kinderen- mèt dyslexie– hun favoriete griezelboeken. 

Nanda (9) tipt eens stripboek:
Donald Duck en Het Spook van de Ganzenburcht
Het spannendste verhaal dat Nanda gelezen heeft, is een stripboek. “In Het Spook van de Ganzenburcht gaan Donald en de drie neefjes naar een kasteel waar ze spannende avonturen beleven met spoken, heksen en trollen. Ik zou zelf ook best dat kasteel indurven”, zegt Nanda dapper.

Dani (11) tipt korte verhalen:
SMS Moord en andere verhalen- Gilian Philip (vanaf 10 jaar)
“Een héél griezelig boek met drie verhalen over moord en drugs. Dankzij de korte zinnen en makkelijke woorden is dit een fijn boek voor kinderen die lezen lastig vinden, maar wel houden van spannende verhalen. Het allerspannendste stuk? Als de hoofdpersoon vreemde sms-jes krijgt en als er iemand vermoord wordt.”

Shannon (9) tipt een grappig griezelboek:
Gruwelijk grappige griezelverhalen – Tosca Menten
“Dit is een bundel vol griezelverhalen, weetjes, versjes en grapjes. Zo staat er een verhaal in over een vrouw die in een gehaktmolen valt en een graftkist waar nog geluid uit komt”, zegt Shannon. Toch is het boek niet alleen maar eng. Het is ook heel grappig en hilarisch geschreven. Griezelen en grinniken dus!

Carlos (9) tipt twee boekverfilmingen:
De kronieken van Narnia en De GVR
“Ik vind De Kronieken van Narnia heel spannend”, zegt Carlos. “En ken je ‘De GVR’ van Roald Dahl? Daarin denkt het meisje Sofie dat ze wordt opgegeten door de grote vriendelijke reus: dat is een spannend stukje!” De films zijn gebaseerd op de gelijknamige boeken. Door eerst de film te kijken ken je het verhaal al een beetje. Dat maakt het makkelijker om de boeken te lezen en te begrijpen!