menu

Tips

Zo praat je in je gezin over gevoelens

‘’Healthy families, healthy nations’’ zoals Hillary Clinton eens zei. Zó ver kan het effect van een veilig, stabiel en gezond gezin gaan. Op wat kleinere schaal is een familie als veilige haven zo belangrijk voor kinderen om te groeien, leren en zelfvertrouwen te ontwikkelen. Samen met yogastudio Bondi en Sisters about Food bundelen wij onze krachten om mind, beweging en voeding samen te laten komen voor het hele gezin om lekkerder in je vel te zitten, écht contact met elkaar te maken en een fijne balans in het gezinsleven te creëren.

Een onderdeel van deze training is de gevoelensmeter. Deze simpele tool helpt het hele gezin om te gaan met de eigen gevoelens en met de gevoelens van een ander. Het biedt ouders handvaten kinderen te helpen hun eigen gevoelens te ontdekken en reguleren. Zo hebben kinderen beter in de hand welke gevoelens zij voelen en hoe zij ermee kunnen omgaan. En natuurlijk brengt praten over gevoelens een gezin dichter bij elkaar.

Hoe werkt het?
Kies een fijn moment om als gezin bij elkaar te komen. Iedereen kiest een emotie die nu bij hem of haar past. Dan vertelt iedereen over zijn keuze waarbij je van beneden naar boven gaat. Zo bespreek je de gevoelens en dingen die dwarszitten eerst en ga je samen richting de positieve gevoelens. Let erop dat je elkaar laat uitpraten en respect hebt voor elkaars verhaal, emoties en gevoelens. Elk gevoel mag er zijn!

Just do it!
Via deze link kan je ‘m downloaden als echte poster. Mét een leuke knutselopdracht! Je vindt dan ook gelijk de fruitposter en een yogales in het e-book.

 

 

Meer lezen? Ga hier naar het overzicht met al onze blogs over onderwerpen die we tegenkomen in de dagelijkse praktijk. Van leesplezier tot sociaal-emotionele problematiek, van de mindset theorie tot tips voor ouders en scholen.

BLH in Sri Lanka (English version)

The Dutch organization Buro Leerlingenhulp (BLH) is a collective of child psychologists who help children with special needs. Driven by an interest in Eastern cultures and a dream to expand their skills and knowledge they started a collaboration with the SOS Childrens Village in Galle, where they are creating programs with the groupworkers to help the children. An interview with Lizette; owner of BLH.

Asia and Sri Lanka
‘I travelled a lot in Asia and fell in love with Sri Lanka. The country, the mindset and the people stole my heart’. Lizette and her family searched for a place where they could spend their holiday and at the same time work the local community. They found a beautiful place in Southern Sri Lanka where they got involved in the renovation of a house. As an architect her husband started a project (https://vimeo.com/261259789) and Lizette offered her help wherever she could, but she didn’t feel like it was enough. As a child psychologist she has an interest for children with special needs. ‘That was where I wanted to help’.

A dream
Back in the Netherlands Lizette started sharing her stories, dreams and ambitions with colleagues. ‘The East and the West, we can learn so much from each other! It would be great if we could combine ourskills and knowledge to help each other and grow and learn together.

For the 15th anniversary of BLH Lizette decided that she wanted to do something unique. She and her colleagues wanted to broaden their horizons and see how they could work together with other countries in creating opportunities for children with special needs.

SOS Children’s Village
Lizette her ideas led to actions and she decided to contact the SOS Children’s Village in Galle. Orphans and children who, for various reasons, cannot live with their parents, are offered shelter in these family homes. They are raised by specialized groupworkers and the group is seen as a family. ‘I asked if they would be interested in collaborating with the child psychologists of BLH. Last summer I went to visit the Childrens Village in Galle and it was a beautiful experience. We believe that both the Dutch and the Sri Lankan team can contribute in helping the children building up their self-esteem, dealing with stigma around mental health, offering psychological support for traumatized children, developing ways to treat learning- and behaviouralproblems and educate young adults to find their place in society, by cooperating and sharing their knowledge.

Specialists from BLH are now travelling to Sri Lanka. They work together with the groupworkers in the best interest of the children. We are proud that the SOS Children’s Village in Galle gave the BLH-team the opportunity to exchange skills and knowledge with the groupworkers, so we can both benefit from learning about the cultural differences and similarities’. BLH believes that every child, with or without special needs, should be able to grow up in a safe environment and should have the opportunity to discover their potential and develop their talents. It all starts with the children!

Support
Are you a professional working in child care? Do you work in Sri Lanka and do you know everything about the culture? Would you like to work with Dutch child psychologists?

We are deeply interested in learning from each other and in meeting people who can guide us through the Sri Lankan field of mental health care and child psychology, sharing knowledge and learning with and from each other!

Contribute:
Are you just as excited as we are and would you like to contribute? Then please consider making a donation.
To donate

Contact details:
Lizette Scheer, l.scheer@buroleerlingenhulp.nl

6x zó worden de eerste schoolweken de allerbeste van het jaar

Een van de leukste, maar ook pittigste weken in het schooljaar zijn de eerste schoolweken. Kinderen (en ouders niet te vergeten) gaan van het vakantieritme terug in het schoolritme inclusief bijbehorende kriebels voor wat er gaat komen dit jaar. Welke moeilijke rekensommen staan ze te wachten? Is de juf of meester écht zo streng? En welke uitjes staan er op het programma? Dat is allemaal best even wennen. Geen nood: met deze tips worden deze eerste schoolweken een van de allerbeste weken van het jaar. Een goed begin is het halve werk. Kunnen jullie thuis dit lijstje afvinken?

1. Is het (slaap)ritme aangepast?

Het duurt vaak een paar dagen voordat een kinderlichaam gewend is aan een nieuw slaapritme van vroeger naar bed én vroeger op. Doe ’s avonds geen inspannende activiteiten met je kind voor het slapen gaan. Een warm bad of douche daarentegen helpt om slaperiger te worden. Neem de volgende ochtend de tijd voor een voedzaam ontbijt. Ook al geeft je kind aan (van de spanning) geen honger te hebben, er zijn vaak aantrekkelijke ontbijtjes te maken.

2. Al uitgebreid kennis gemaakt met de nieuwe leerkracht?

Vaak betekent een nieuw schooljaar ook een nieuwe leerkracht. En dat kan best wat onzekerheid bij kinderen veroorzaken. Helpend kan zijn om je kind nieuwsgierig te maken naar de nieuwe juf of meester en daar thuis met elkaar over te praten. Wat vindt de juf of meester het leukste vak om te geven? Wat zijn de hobby’s? Welke regels zijn belangrijk in het lokaal? En vergeet niet samen naar de positieve kanten te kijken. Een nieuwe leerkracht betekent ook nieuwe kansen. Zoals dat ene perfecte plekje in de klas, nieuwe manieren van verjaardagen vieren en spetterende uitstapjes.

3. Heeft je kind al een fout gemaakt?

De nieuwe spellingregels (nog!) niet onder de knie hebben, de tafels compleet fout opnoemen of de naam van de juf verkeerd zeggen. En balen? Nee hoor, van fouten leer je juist onwijs veel! Ruim als ouder zijnde niet alle obstakels uit de weg, laat kinderen fouten maken en zoek samen naar het leermoment van de fout. Prijs de inspanning in plaats van de daadwerkelijke prestatie. Laat je kind ook zien dat jij fouten maakt en vertel wat je ervan geleerd hebt.

4. En is je kind al een nieuwe uitdaging aangegaan?

De week kan al helemaal niet meer stuk als je kind als klap op de vuurpijl een nieuwe uitdaging aangaat. Uitdagingen gaan hand in hand met de groeimindset. Door jezelf in te spannen en uit te dagen leer je, groei je en ontwikkel je. En dat geldt op alle vlakken. Alleen naar school lopen, hulp durven vragen, kennismaken met het nieuwe korfbalteam of je vinger opsteken in de klas. Elk kind heeft weer andere uitdagingen. Maak scores en resultaten minder belangrijk en richt je op het proces dat het kind doormaakt.

5. Ook weer aan het lezen geslagen?

Laat je kind boeken lezen. Weer terug in de schoolbanken moeten kinderen weer gewend raken aan rustig en geconcentreerd met iets bezig zijn. Rustig een boek lezen kan hierbij helpen. Maak er samen een knus momentje van. Tijdschriften, moppenboeken of samen een recept lezen dat jullie gaan koken tellen uiteraard ook.

6. Lekker aan het sporten?

Sporten en bewegen dragen op vele fronten bij aan de ontwikkeling van kinderen. Het verhoogt zelfvertrouwen, leert ze samenwerken, omgaan met tegenslagen, doorzetten en niet op te geven. Dus: zodra de schoolbel gaat -hup- lekker naar buiten. Gelukkig is de zomer nog niet helemaal voorbij zodat we lekker buiten kunnen voetballen, trampoline springen of volleyballen.

Geïnspireerd door: platformmindset.nl

Effectief vervelen. Gun je kind dat ook deze zomer.

Het startschot van de zomervakantie wordt vandaag gegeven. Liggen de oefenboekjes al klaar? Komen jullie ook langs tijdens ons zomerrooster? Maar let op: een goede portie verveling vinden wij ook heel belangrijk. Het draait allemaal om balans.

BLH krijgt geregeld de vraag van ouders hoe zij hun kind(eren) het best kunnen ondersteunen bij 6-les-vrije-weken. Allereerst over ons zomerrooster. Ideaal om structuur te behouden. Ideaal om balans te vinden tussen ‘het koppie draaiende te houden’ en ‘het koppie te laten rusten’. Aan het belang van blijven oefenen in de zomerweken, geven de meeste ouders wel gehoor. Gewapend met zomerboeken, kopieerbladen en de tablet gevuld met educatieve apps vertrekken zij naar uiteenlopende tropische oorden. Toch draait alles om balans in het leven. Het is daarom óók belangrijk om de tegenhanger in het zomerse zonnetje te zetten; aandacht voor vervelen.

Veel ouders zien vervelen als een probleem. Iets dat opgelost moet worden. Iets van vroeger. Iets dat bijna onmogelijk is in deze tijd van prikkeloorlog. Het liefst proppen we de zomervakantie vol met activiteiten en willen we kinderen entertainen. Goed bedoeld. Totaal onnodig.
Volgens kinderpsycholoog Lyn Fry is het heel simpel. In een artikel in Quartz legt ze uit: ‘Als ouders de hele tijd bezig zijn de vrije tijd van hun kinderen op te vullen, zullen ze nooit leren die vrije tijd zelf in te vullen. Verveling is cruciaal bij de ontwikkeling van een interne drive die ruimte biedt aan ware creativiteit. Tischa Neve, de bekende Nederlandse kinderpsycholoog beaamt de stelling van Lyn Fry. Zeker na een hectisch schooljaar is het goed als kinderen even niets hoeven en doen. Tot rust komen. Lanterfanten. Luieren. Lummelen en rondhangen is heel goed voor ze. Ouders lijken allergisch voor het woord ‘SAAI!’, dat hun koter zeer monotoon kan uitroepen. Een trukendoos aan oplossingen en activiteiten wordt geopperd. Maar onthoud: saai = rust en rust = oplaadtijd voor de hersenen.

Vervelen wordt gauw gekoppeld aan passiviteit. Onterecht, want in het hoofd van je kind gebeurt een heleboel. Verveling heeft dan ook een belangrijke functie. Het is hartstikke mindful en goed voor je brein. Best een ontspannen gevoel dat de zomervakantie uit verveelmomenten mag bestaan. Maar haal ook niet gelijk alle oefenboeken uit de koffer. Kinderen hebben een bepaalde ‘verveeltax’. Oneindig vervelen  is ook niet goed. Het gaat dus echt om balans.

Maak dus indien gewenst van het zomerrooster van BLH. Of maak samen met je kind een eigen rooster en plan oefentijd in. Zo baken je het af, behoud je structuur en is het overzichtelijk voor je kind. En het belangrijkste; er is genoeg lanterfanttijd.

Tot slot. Gaat het alarm ‘SAAI!’ in huis af? Raak dan niet in paniek en krijg grip op het alarm door:

  1. Vertel je kind dat het niet erg is dat het zich verveelt. Iedereen heeft dat wel eens. Het is juist super gezond voor het brein.
  2. Maak op een ander moment samen een lijstje met dingen-die-je-kunt-doen-als-je-niet-weet-wat-je-moet-doen (en laat het dit zoveel mogelijk zelf bedenken). Probeer ook samen met je kind oefenstof te bedenken die het kan doen.
  3. Geef aan wanneer het weer op jouw aandacht kan rekenen. Bijvoorbeeld: ‘Ik ga nu dit verhaal uitlezen, daarna kunnen we samen iets gaan doen.’
  4. Ruim samen het speelgoed op. Je kind herontdekt vast iets waar het mee wil spelen.
  5. Soms komt verveling voort uit vermoeidheid. Misschien helpt een pyjama-dag of een warm lang bad.

5 vragen aan… Marije Daalhuizen en Marga Goedheer

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit?
En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers van het eerste uur Marga Goedheer en Marije Daalhuizen.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?
Marije: ‘’In de praktijk begeleid ik voornamelijk kinderen met sociaal-, emotionele- en/of gedragsproblemen. Ook zie ik kinderen waarbij er (een vermoeden is van) een stoornis. Sinds ik de opleiding systeemtherapeut volg, betrek ik meer en meer de gezinsleden bij de behandeling. Eigenlijk kan je een kind, met al zijn of haar plussen en minnen, nooit los zien van de omgeving. Ik vind het een groot voorrecht dat ik met kinderen mag werken en hen in mogelijkheden leer denken in plaats van in beperkingen. Helemaal leuk: sinds kort geef ik de training HELD.’’

Marga: ‘’Bijna 11 jaar geleden begon ik als stagiaire mijn BLH-carrière. De plannen om in mijn woonplaats Houten een praktijk te beginnen kwamen snel op tafel. Ik begon met één dag opbouwen, al snel werd het een tweede en inmiddels loopt het zo goed dat collega’s Nynke en Pleuni mij versterken. Ik geef de ONL-dyslexiebehandelingen op scholen in Houten, Zeist en Driebergen. In mijn praktijk begeleid ik leerlingen met dyslexie, dyscalculie, faalangst en studievaardigheden. Ook kids zonder een diagnose geef ik extra ondersteuning bij begrijpend lezen en rekenen. En diagnostisch onderzoek vind ik interessant om te doen, daar lever ik graag een vrije dag voor in!’’

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?
Marga: ‘’Ik bedenk superleuke oplossingen voor kinderen die (écht) een hekel hebben aan lezen. Bijvoorbeeld songteksten lezen. Dan kijken we eerst het nummer met de videoclip op YouTube en daarna lezen we de tekst. En natuurlijk kiezen kinderen zelf hun favoriete nummer dat we gaan luisteren en lezen.’’

Marije: ‘’Creativiteit is niet per se alleen tekenen en knutselen. Maar juist iets nieuws doen, iets nieuws vinden of iets nieuws zien. Creativiteit zit in elk kind, ze moeten alleen de ruimte voelen om creatief te durven denken. Laatst vertelde een leerling erg van de natuur te houden. Dus wij -huppakee- lekker naar buiten. Soms gaat het praten ook makkelijker als je iemand niet steeds aan hoeft te kijken.’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te bereiken met leerlingen?
Marga: ‘’Zelfvertrouwen! Vertrouwen op hun eigen krachten en talenten. Die hebben ze stuk voor stuk. Natuurlijk is het fantastisch om te zien als leerlingen betere cijfers halen, maar als ze dat aan andere factoren wijten dan aan zichzelf heb je je doel gemist.’’

Marije: ‘’Het resultaat vind ik minder belangrijk dan het proces zelf. Om de bergtop te bereiken, moet je eerst goed leren klimmen. Een slippertje hier en een valpartij daar hoort er zeker bij. Dat maakt juist dat je de volgende keer beter weet hoe je moet klimmen. Daarom is fouten maken en herhaling superbelangrijk! Ik stel met kinderen doelen op die gaan over het ‘klimmen’; proces-doelen dus. Geweldig om te zien hoe motiverend het is voor kinderen om te zien in hoeverre hun inspanning effectief is geweest op de weg naar hun doel en hun bergtop.”

Hoe schemert de mindset-theorie door in je werkzaamheden?
Marga: ‘’De ‘leerkuil’! De plaat van de leerkuil is o-zo herkenbaar voor kinderen: dat je bij het leren van nieuwe, moeilijke dingen soms door een heel, heel, heel diepe, uitzichtloze kuil moet om de eindstreep te halen. Maar juist dapper dwars door die kuil gaan is zo leerzaam! Zodra een leerling weer voor een kuil staat, er bijna invalt óf er al middenin zit pak ik de plaat erbij. Samen kijken we hoe we weer uit het dal komen. Wat heb je nodig en wat moet je doen om te leren wat je wilt leren? De groeimindset in actie!”

Marije: ‘’Het aanleren van de groeimindset vind ik ontzettend belangrijk in de begeleiding. Ik praat daarom zo veel mogelijk in groeitaal. ‘Hier liggen voor jouw mogelijkheden om te groeien” klinkt toch heel anders dan “hier ben je gewoon niet goed in. Punt.’ Als kinderen heel jong zijn vinden ze het fantastisch om nieuwe dingen te leren en fouten te maken. Zoals kleintjes die letterlijk met vallen en opstaan leren lopen. Maar op de een of andere manier verdwijnt dit vaak als kinderen ouder worden. Ze willen perfect zijn. En worden (daardoor) soms faalangstig of zelfs depressief. Juist daarom ben ik zoveel bezig met de mindsettheorie. Ik vind het enorm belangrijk om kinderen zelfinzicht, zelfvertrouwen en een goed gevoel mee te geven over zichzelf en hun eigen capaciteiten.”

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?
Marije: ‘’Ik was verlegen en vond het doodeng om mijn vinger op te steken in de klas. Wat als ik een fout antwoord gaf en de juf boos zou worden? En dan ging ik mezelf ook nog eens vergelijken met andere kinderen. Ik maar denken dat ik dat allemaal toch niet kon… Jammer dat ik de groeimindset toen nog niet kende, ik zou er veel baat bij hebben gehad!’’

Marga: ‘’Op de middelbare school had ik vreselijke faalangst bij presentaties en spreekbeurten. Daar zo staan voor de klas met alle ogen op je gericht, brrr… Eigenlijk knaagde dit op de universiteit ook nog wel. Uiteindelijk deed ik het altijd. En ging het natuurlijk prima. Hoewel ik er stiekem nog steeds niet van houd, heb ik door die succeservaringen wél mooi geleerd dat ik het prima kan!’’

Hey! Hoe jij depressie signaleert en bespreekbaar maakt (bij jouw kind)

Het jeugdjournaal. Kranten. Een campagne-filmpje. Social media. Overal hoor je “Hey! Het is oké, maak depressie bespreekbaar.” Dat wil de regering door heel Nederland bereiken. Maar hoe herken je depressieve klachten en wat doe je dan?

Jongeren hebben de grootste kans op een depressie, laten cijfers zien. Jongeren? Zo weinig jaren op de kalender, in de ultieme groei van het leven en toch een depressie? Helaas: het is zo. Ook kinderen kunnen met een depressie te maken krijgen. Maar wat is eigenlijk de oorzaak? Vaak is het een combinatie van stofjes in de hersenen en ervaringen in de omgeving. Erfelijkheid en een laag zelfbeeld bijvoorbeeld. Maar ook een beperkt zelfoplossend vermogen en weinig vermogen om terug te veren na flinke tegenslagen. Denk maar eens aan moeilijke ervaringen in hun omgeving: pesterijen en weinig vriendjes, school als minder stabiele haven met bijvoorbeeld veel wisselingen van leerkrachten, echtscheiding van ouders of andere moeilijke situaties thuis.

Maar toch, iedereen en elk kind zit wel eens wat minder lekker in zijn vel. Ook jouw kind. Dat hoeft niet zorgwekkend te zijn. Maar wanneer is het dat misschien wel? Als ouder kun je letten op verschillende signalen: geen plezier beleven aan wat voorheen onwijs leuk was, problemen met eten en slapen, traag of juist onrustig zijn, futloosheid, zich schuldig of waardeloos voelen, concentratieproblemen, niet meer naar school willen, denken over de dood. En dan voornamelijk wanneer deze opvallendheden lange tijd aanhouden en vaak voorkomen.

Praten, praten, praten
En wat doe je dan, als je je zorgen maakt? Heel belangrijk om te weten: het is geen aanstellerij, geen zwaktebod. Je lost het niet op door te zeggen: ‘’ga gewoon iets leuks doen’’. Niks van dit alles. Want een depressie is niet niks. Het sleutelwoord is praten. Maak het bespreekbaar, erken het. Samen sta je sterk(er). Maar juist het praten over depressie valt in de categorie makkelijker gezegd dan gedaan. Zowel voor mensen met een depressie als voor hun omstanders. Des te knapper als kinderen, jongeren en volwassenen dat tóch aandurven, proberen en doen. Die om zich heen kijken, een gesprek starten, een vraag stellen en een helpende hand aanreiken.

De grote vraag blijft ‘hoe?!’. Benoem wat je ziet hoe je kind zich gedraagt. Neem tijd voor je kind en geef ruimte aan stiltes. Veroordeel niet, maar stel vragen, reageer met warmte, probeer eigen ervaringen even uit te schakelen. En bovenal: wees nieuwsgierig. Doe (net alsof) je er weinig van weet en bevraag. Soms is het fijn niet tegenover, maar naast elkaar te zitten aan tafel, te liggen op bed of te wandelen door het bos. Zorg nog een tikkeltje meer voor je kind. Maak nóg maar zo’n lekkere voedzame smoothie. Of schakel de hulp van deskundigen in.

En dan?
Uit een recent onderzoek in opdracht van het ministerie van VWS blijkt dat praten bijdraagt aan herstel. En dat is ook wat wij merken in de praktijk bij kinderen die kampen met somberheid of depressieve klachten. De opluchting wanneer (door)gevraagd wordt naar de werkelijke gevoelens. Om te kunnen delen hoe je je voelt en hoe lang al. Om samen te zoeken naar die angel. Binnen de veilige muren van onze praktijk zetten we gewenste therapietechnieken in en blijven altijd breed kijken. Zoals naar de talenten van kinderen om ze veerkrachtiger te maken. En ook lifestyle en sporten blijken een bijdrage te leven om de somberheid de baas te zijn.

Moed is besmettelijk
Misschien wel de mooiste tip hoe depressie bespreekbaar te maken: moed is besmettelijk. De moed van de één om over depressie te praten, verlaagt de drempel voor de ander om óók een gesprek over depressie te beginnen. Het kan allemaal beginnen met een simpel ‘hey’.

Gun je kind eens géén koekje

Ruim 2 ons groenten en twee stuks fruit. Dat moeten we volgens het Voedingscentrum dagelijks wegwerken om een beetje gezond en fit te blijven. Minimaal. De meeste mensen kennen het advies wel, maar het lukt lang niet iedereen om elke dag zijn of haar tanden te zetten in een halve kilo vitamines en mineralen. Terwijl 2 ons chips en 2 koekjes voor veel mensen wel een haalbaar doel zou zijn.

Veel ouders worstelen met hetzelfde probleem als het Voedingscentrum: ze proberen gezond eten te promoten en adviseren, maar zien wisselend resultaat. Soms hebben ze te maken met een kieskeurige doelgroep- jonge kinderen kunnen veranderen in fervente hongerstakers als ze een stronk groen op hun bord zien- en soms met een ongeïnteresseerd of opstandig publiek: pubers bepalen immers zelf wel wat ze naar binnen schuiven. Vinden ze.

Brandstof voor je brein
Lastig, want goed eten is, net als genoeg slapen en veel bewegen, heel belangrijk voor een kind. Uit onderzoek blijkt dat fitte kinderen beter leren. En dat ontbijten een positieve invloed lijkt te hebben op leerprestaties, doordat kinderen er geconcentreerder en alerter door worden. Voeding is de brandstof voor je brein, zo blijkt. Helaas kun je een kind niet dwingen om trossen druiven en kilo’s snijbonen te eten. Maar je kunt als ouder wel meer doen dan schouderophalend meegaan in hun vitaminestaking of snaaigedrag.

Belangrijk is dat je je kind(eren) uitlegt wat het verschil is tussen voeden en vullen: er is eten dat écht bouw- en brandstoffen bevat, zoals noten, fruit, vezels en eten waar niks bruikbaars inzit, zoals snoep. Ook is het goed om samen aan tafel te eten, van het eten een leuk en gezellig moment te maken. Maar het belangrijkste is dat je zélf het goede voorbeeld geeft.

Snaaiende pubers
Heb je pubers in huis? Geef ze dan aan tafel echt de aandacht die ze verdienen. Zo wordt een eetmoment een fijn moment. En geef de moed niet op, maar blijf zelf goed eten: uit onderzoek blijkt dat pubers helemaal los kunnen gaan op ongezonde dingen, maar op latere leeftijd toch weer terugkeren naar het voorbeeld dat ze thuis hebben gekregen.

Bij grote hongerstakingen hebben veel ouders de neiging om ervoor te zorgen dat hun kinderen “in ieder geval íets binnen krijgen.” Iets is vaak een koekje. Een krentenbol. Een kommetje chocoladevla. Iets lekkers. Maagvulling. Maar het positieve effect dat voeding heeft op de concentratie en hersenen van een kind, loopt je kind mis.

Blij met sap
Dus moet de koektrommel achter slot en grendel en de frisdrank door de gootsteen? Nee. Maar je kunt voeding dat alleen vult (vol met suikers of calorieën) wel bewaren voor speciale momenten. Bij BLH gunnen we jouw kind dan ook géén koekjes en gifgroene limonade meer. We gunnen ze fruitwater met een snackje (een rozijntje, nootje, rijstwafel, groente of fruit), dus die bieden we ze in de praktijk aan. Zodat ze thuis nóg gelukkiger worden van een glas appelsap. En die roze koek die jij ze in het weekend zonder schuldgevoel voorzet.

Lezen gruwelijk? Niet met deze boeken!

Over de grafkist waar geluid uitkwam…
4 boekentips (ook voor wie gruwelt van lezen)

Sommige kinderen vinden lezen écht gruwelijk. Gruwelijk saai. Of gruwelijk moeilijk. Maar een spannend boek kan wonderen doen. Daarom tippen vier kinderen- mèt dyslexie– hun favoriete griezelboeken. 

Nanda (9) tipt eens stripboek:
Donald Duck en Het Spook van de Ganzenburcht
Het spannendste verhaal dat Nanda gelezen heeft, is een stripboek. “In Het Spook van de Ganzenburcht gaan Donald en de drie neefjes naar een kasteel waar ze spannende avonturen beleven met spoken, heksen en trollen. Ik zou zelf ook best dat kasteel indurven”, zegt Nanda dapper.

Dani (11) tipt korte verhalen:
SMS Moord en andere verhalen- Gilian Philip (vanaf 10 jaar)
“Een héél griezelig boek met drie verhalen over moord en drugs. Dankzij de korte zinnen en makkelijke woorden is dit een fijn boek voor kinderen die lezen lastig vinden, maar wel houden van spannende verhalen. Het allerspannendste stuk? Als de hoofdpersoon vreemde sms-jes krijgt en als er iemand vermoord wordt.”

Shannon (9) tipt een grappig griezelboek:
Gruwelijk grappige griezelverhalen – Tosca Menten
“Dit is een bundel vol griezelverhalen, weetjes, versjes en grapjes. Zo staat er een verhaal in over een vrouw die in een gehaktmolen valt en een graftkist waar nog geluid uit komt”, zegt Shannon. Toch is het boek niet alleen maar eng. Het is ook heel grappig en hilarisch geschreven. Griezelen en grinniken dus!

Carlos (9) tipt twee boekverfilmingen:
De kronieken van Narnia en De GVR
“Ik vind De Kronieken van Narnia heel spannend”, zegt Carlos. “En ken je ‘De GVR’ van Roald Dahl? Daarin denkt het meisje Sofie dat ze wordt opgegeten door de grote vriendelijke reus: dat is een spannend stukje!” De films zijn gebaseerd op de gelijknamige boeken. Door eerst de film te kijken ken je het verhaal al een beetje. Dat maakt het makkelijker om de boeken te lezen en te begrijpen!