menu

oefenen

5 vragen aan… Jasmijn en Esther

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Jasmijn en Esther.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Jasmijn: “Nu ik er goed over nadenk doe ik van alles binnen BLH. Ik begeleid kinderen en jongeren met leerproblematiek, voer RT uit op scholen, verricht onderzoek en geef behandelingen in de basis GGZ voor hoofdzakelijk kinderen met ADHD en sociaal-emotionele problematiek, ik werk voor REACH en tot slot werk ik samen met de Buitenjuf. En oh ja, ik manage ook deels het Sri Lanka project. Het is fantastisch om zo gevarieerd bezig te kunnen zijn.”

Esther: “De meeste kinderen die ik zie, komen bij mij voor dyslexiebehandelingen. Deze kinderen heb een diagnose dyslexie en een behandelindicatie. Met hen doe ik verschillende oefeningen, zowel mondeling als op de computer, met als doel dat ze uiteindelijk ​vooruitgaan met lezen. Daarnaast zie ik ook twee leerlingen die ik help met begrijpend lezen; één van hen op de basisschool en de ander in 3 Havo.”

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Esther: “Ik begeleid een meisje dat het thuis niet makkelijk heeft. ‘s Ochtends om 9.00 uur zit haar hoofd al helemaal vol met alle indrukken die ze vanuit huis heeft meegekregen. Omdat ik zelf voor mijn ontspanning en om te ontprikkelen na een drukke dag regelmatig mediteer, dacht ik: ‘Hé laat ik dat bij haar ook eens proberen!’ We starten nu de behandeling met een korte meditatie van 3 minuten. Na die drie minuten voelt ze zich helemaal ontspannen en is haar hoofd leeg, zodat ze open staat voor wat ik haar wil leren tijdens de behandeling. Mooi hè?’’

Jasmijn: “Ik gaf een jongen begeleiding voor begrijpend lezen. Hij was moeilijk te motiveren en had weinig zin in de begeleiding. Toen ik doorvroeg naar wat hij leuk vond, vertelde hij mij dat hij groot fan is van ACDC. Toen hebben we maar even heel hard zijn favoriete nummer van ACDC opgezet en heb ik een tekst over rockmuziek opgezocht. Hij bloeide helemaal op en we zijn daarna lekker aan de slag gegaan! ’’

Wat is je grappigste blunder tijdens een begeleiding?

Jasmijn: “Tijdens rekenbegeleiding was ik een keer heel overtuigend een som aan het uitleggen aan een groep 8er, totdat ze mij op een rekenfout wees. Mijn eerste reactie was dat ik mij schaamde. Maar het prachtige eraan was, was dat zij de som aan mij uit ging leggen en het vlekkeloos deed. Ze ontving ook voor faalangst begeleiding van mij en straalde op dat moment ontzettend veel zelfvertrouwen uit! Niet alleen dat ze de som goed had, maar ook omdat ze had durven zeggen dat ik het niet helemaal juist deed en zij daar toen het voortouw in nam. Ik was hartstikke trots op haar.’’


Esther: “Oeh, dat is een lastige vraag. Daar heb ik echt even over na moeten denken. Eigenlijk heb ik voor zover ik weet nog nooit een echte blunder begaan… Soms ben ik een beetje chaotisch en dan benoem ik dat naar de leerlingen. Sommige komen dan met heel handige opmerkingen als “Juf, ik zou dat de volgende keer maar in de tas laten zitten…” Soms denken we als volwassenen veel te ingewikkeld omdat we ons laten hinderen door beperkingen (‘dat kan niet want…’). Leuk om de vindingrijkheid en de ​​creativiteit van de kinderen te horen en toe te passen.”

Hoe komt de mindsettheorie terug in je werkzaamheden?

Esther: ‘’Mijn motto is al jarenlang: ‘Je kunt meer dan dat je denkt’. Dat probeer ik de leerlingen ook te laten inzien. Ik maak vaak gebruik van grafieken of tabellen waarbij ik laat zien hoeveel woorden een kind goed gelezen heeft óf hoe lang ze over een rijtje met 15 woorden doen. Het is mooi om te zien dat ze trots zijn wanneer ze sneller zijn gaan lezen. En wanneer het minder goed ging dan de vorige keer, bespreken we hoe dat kwam. Soms leg ik ook uit dat je niet de hele dag een topprestatie kunt leveren; dat zou echt zwaar vermoeiend zijn. Daarnaast geef ik de leerlingen ook mee dat het oké is om te zijn wie je bent. Want als de wereld alleen maar uit Albert Einsteins zou bestaan, in wat voor wereld zouden we dan leven? Diversiteit maakt de maatschappij alleen maar mooier.’’

Jasmijn: ”Ik probeer kinderen altijd bewust te maken van hun denkproces als ze moeten beginnen met een taak die ze moeilijk vinden. Door alle denkstappen langs te gaan, komen zij er snel achter dat die negatieve gedachten niet behulpzaam zijn. Samen kijken we dan hoe we die gedachten om kunnen vormen in helpende gedachten. Als een begeleiding start, begin ik meestal ook met een psychoeducatie over hoe mensen leren en hoe dat werkt in de hersenen. Kinderen vinden het onderwerp ‘hersenen’ namelijk ontzettend interessant.”

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Jasmijn: “Vroeger had erg veel last van faalangst en ik vond dat ik alles zelf maar moest kunnen. Wat mij toen heeft geholpen is dat ik toch om hulp ben gaan vragen en dat daar geen schaamte in zit. Ook ben ik gestopt met mijzelf vergelijken met anderen. Iedereen heeft zo zijn eigen talenten en het is helemaal oké om iets moeilijk te vinden. Met wat extra oefening kom je er wel.”

Esther: “Vroeger vond ik geschiedenis en aardrijkskunde heel erg moeilijk. Je krijgt bij deze vakken zó veel informatie aangeboden. Hoe weet je nu precies wát je moet onthouden? Liever was ik bezig met talen zoals Engels, Frans, Grieks en Latijn: daar zat tenminste een structuur in ?. Ik heb vaak geluk gehad met docenten/leraren. Zij konden namelijk heel grappig en ​inspirerend vertellen. Hierdoor onthield ik vaak de belangrijkste dingen wel. De samenvatting in het boek doorlezen én hardop vertellen aan een denkbeeldig iemand (of mezelf) wat me is bijgebleven uit het hoofdstuk, was ook een handige strategie. En nog één laatste tip: als je iemand iets uitlegt wat je net geleerd hebt, dan weet je eigenlijk al hoe het werkt! Dus: help een ander als hij/zij er niet uitkomt en vertel hoe jij het zou doen.’’

Meer lezen? Ga hier naar het overzicht met al onze blogs over onderwerpen die we tegenkomen in de dagelijkse praktijk. Van leesplezier tot sociaal-emotionele problematiek, van de mindset theorie tot tips voor ouders en scholen. Én natuurlijk meer BLH’ers die de 5 vragen beantwoorden. 

5 vragen aan… Renate en Alana

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Renate en Alana.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Alana: ‘’Op zowel de praktijk als op scholen behandel ik kinderen variërend van het versterken van hun zelfvertrouwen en emotieregulatie tot het verbeteren van de executieve functies. Daarnaast zie ik leerlingen die moeite hebben met leren. Ook voer ik voor de basis GGZ diagnostiek uit, zoals intelligentieonderzoek, ADHD en autismespectrumstoornis.’’

Renate: ‘’Ik zie met name kinderen met leerproblematiek. Vaak zie je dat deze kinderen mede door hun leerproblemen niet zo lekker in hun vel zitten. We kijken dan samen naar de kwaliteiten en talenten van het kind. Sinds kort zie ik ook groepjes leerlingen buiten schooltijd. Juist omdat het na schooltijd is, probeer ik veel bewegend te leren met ze en lekker naar buiten te gaan. Ik was bang dat ze het vreselijk zouden vinden om nog langer op school te blijven, maar tot nu toe hoor ik veel positieve reacties. Ook voer ik dyslexie- en intelligentieonderzoeken uit.”

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Renate: ‘’Tijdens een online sessie met een meisje met ernstige dyslexie lazen we een supersaai leesblad met losse zinnen die helemaal niks met elkaar te maken hadden. (Lees verder waarom lezen zo belangrijk is, inclusief tips!) Het meisje was best verlegen en we kenden elkaar nog niet zo lang. Ik stelde voor om de zinnen steeds op een andere manier voor te lezen: eerst 5 zinnen heel boos, daarna 5 zinnen heel blij, verdrietig, spannend, enzovoorts. Nou, we hebben zo’n lol met elkaar gehad. Wat bleek? Ze was een ontzettend goede toneelspeelster! Het ijs was gebroken en sindsdien durft ze meer en meer van zichzelf te laten zien.’’

Alana: ‘’Met een leerling die moeite had met het ‘inplannen’ van ontspanning ben ik een keer samen gaan hardlopen. Op deze manier kon hij experimenteren of het hardlopen een goede ontspanning voor hem is én ervaren dat ontspannen heel belangrijk is!’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te behalen met leerlingen?

Alana: ‘’Het belangrijkste en mooiste resultaat om te behalen met de kinderen en jongeren vind ik dat zij zelf hun eigen ontwikkeling zien, trots zijn op zichzelf en zelfvertrouwen hebben.’’

Renate: ‘’Dat kinderen lekker in hun vel zitten! Daarom vind ik het belangrijk samen een band op te bouwen. Zo beginnen we altijd met een praatje. Over hoe je dag was bijvoorbeeld of ik pak er een praatkaartje bij. Als een kind zich veilig voelt lukt het bovendien beter om te leren. Het tweede belangrijkste doel is natuurlijk om te groeien op een bepaald gebied. Het is prachtig te zien hoe trots een kind kan zijn als hij/zij een AVI-niveau vooruitgegaan is na weken lang oefenen.”

Hoe komt de mindsettheorie terug in je werkzaamheden?

Alana: ‘’Ongeacht de hulpvraag en leeftijd van de kinderen en/of jongeren, pas ik mindset toe door hen bewust te maken van de stappen die zij al maken. Er is niks leukers dan kinderen en jongeren bewust te maken van de groeimindset die zij al laten zien in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld met het oefenen voor hun hobby of sport. Op deze manier wordt de groeimindset niet alleen geïntegreerd in de begeleiding, maar ook in hun dagelijks leven. Ook geloof ik erin dat de groeimindset wordt versterkt wanneer kinderen zich bewust zijn van deze momenten en de omgeving hen hiervoor complimenteert.’’

Renate: ”Ik geef feedback aan leerlingen op het proces en niet (meteen) op het resultaat. Dus: ‘Wat heb je goed doorgezet!’ of ‘Je vindt het nog best moeilijk, maar toch geef jij niet op!’. Verder lees ik vaak de boeken ‘Het meisje dat nooit fouten maakte’ en ‘Je fantastische, elastische brein’ voor. Vooral het eerste boek zorgt vaak voor mooie gesprekken en vinden de meeste kinderen heel leuk.”

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Renate: ‘’Ik kon vroeger vrij makkelijk leren, maar wat ik wel heel moeilijk vond was om mijn vinger op te steken en een antwoord te geven. Ik was erg verlegen en hoopte dat ik de beurt niet kreeg… Want wat als ik iets verkeerds zou zeggen? Ik heb hier eigenlijk nooit hulp bij gekregen. Nu denk ik wel eens als ik kinderen de mindset-theorie uitleg: wat had ik hier zelf als kind veel aan gehad kunnen hebben! De verlegenheid is langzaam maar zeker minder geworden, maar ik denk dat als je van jongs af aan al leert dat je door oefening beter kunt worden en dat je van fouten maken juist leert (lees verder hóe je nou van fouten leert), dat je dan vaker uit je comfort-zone durft te komen en steeds zekerder van jezelf wordt.’’

Alana: ‘’Samenvatten! Tijdens mijn bachelor psychologie schreef ik nog steeds hele boeken over, omdat ik álles belangrijk vond. Pas tijdens mijn master orthopedagogiek heb ik leren samenvatten. Ik kreeg zo veel vakken dat ik geen tijd meer had om hele uitgebreide samenvattingen te schrijven, het moest beknopt. Hierdoor heb ik geleerd dat ik ook goede cijfers kon halen met beknoptere samenvattingen. Mijn vertrouwen in het beknopter samenvatten en bepalen van de belangrijk informatie groeide door deze succeservaringen!’’

Meer lezen? Ga hier naar het overzicht met al onze blogs over onderwerpen die we tegenkomen in de dagelijkse praktijk. Van leesplezier tot sociaal-emotionele problematiek, van de mindset theorie tot tips voor ouders en scholen. Én natuurlijk meer BLH’ers die de 5 vragen beantwoorden. 

Zo praat je in je gezin over gevoelens

‘’Healthy families, healthy nations’’ zoals Hillary Clinton eens zei. Zó ver kan het effect van een veilig, stabiel en gezond gezin gaan. Op wat kleinere schaal is een familie als veilige haven zo belangrijk voor kinderen om te groeien, leren en zelfvertrouwen te ontwikkelen. Samen met yogastudio Bondi en Sisters about Food bundelen wij onze krachten om mind, beweging en voeding samen te laten komen voor het hele gezin om lekkerder in je vel te zitten, écht contact met elkaar te maken en een fijne balans in het gezinsleven te creëren.

Een onderdeel van deze training is de gevoelensmeter. Deze simpele tool helpt het hele gezin om te gaan met de eigen gevoelens en met de gevoelens van een ander. Het biedt ouders handvaten kinderen te helpen hun eigen gevoelens te ontdekken en reguleren. Zo hebben kinderen beter in de hand welke gevoelens zij voelen en hoe zij ermee kunnen omgaan. En natuurlijk brengt praten over gevoelens een gezin dichter bij elkaar.

Hoe werkt het?
Kies een fijn moment om als gezin bij elkaar te komen. Iedereen kiest een emotie die nu bij hem of haar past. Dan vertelt iedereen over zijn keuze waarbij je van beneden naar boven gaat. Zo bespreek je de gevoelens en dingen die dwarszitten eerst en ga je samen richting de positieve gevoelens. Let erop dat je elkaar laat uitpraten en respect hebt voor elkaars verhaal, emoties en gevoelens. Elk gevoel mag er zijn!

Just do it!
Via deze link kan je ‘m downloaden als echte poster. Mét een leuke knutselopdracht! Je vindt dan ook gelijk de fruitposter en een yogales in het e-book.

 

 

Meer lezen? Ga hier naar het overzicht met al onze blogs over onderwerpen die we tegenkomen in de dagelijkse praktijk. Van leesplezier tot sociaal-emotionele problematiek, van de mindset theorie tot tips voor ouders en scholen.

Waarom lezen én leesplezier zo belangrijk zijn, én tips!

Begin deze maand is het onderzoeksrapport van het grootschalig Europees PISA-onderzoek bekend gemaakt. Dat ging over onder andere de leesvaardigheid van 15-jarige Nederlandse leerlingen ten opzichte van andere leerlingen in Europa. Wat bleek? De leesvaardigheid van 15-jarige scholieren is de afgelopen jaren achteruitgegaan. Waar ons oog ook op viel was het leesplezier, wat elk jaar weer minder plezierig lijkt te worden.

Plezier in lezen vinden wij ontzettend belangrijk. Daar begint het allemaal. Het zet een hoop (groei!) in gang. Hoe leuker lezen is, hoe meer je het gaat doen, hoe beter je erin wordt, hoe leuker het weer wordt, hoe meer je het weer gaat doen… engazomaardoor. Wist je dat je van lezen slim, blij én gezond wordt? Zo is lezen ontzettend goed voor de hersenontwikkeling en helpt het bij het verlengen van de concentratieboog. Ook inleven in de verhaalpersonages helpt ons om ons in te leven in mensen in het dagelijks (sociale) leven. En wat dacht je van de woordenschat, grammatica, spelling en zinsbouw; tijdens het maken van leeskilometers groeien deze gestaag. Zoals hoogleraar Jelle Jolles zei: lezen is essentieel en verdient een comeback; lezen 2.0!

Bij ons op de praktijk zijn we dagelijks met lezen bezig, want we hebben veel kinderen met dyslexie of leesproblemen over de vloer. Genoeg tips in huis dus om lezen leuker en gevarieerder te maken. We verzamelden er een aantal:

1.      Beter leuk dan op (AVI)-niveau

Er is nooit aangetoond dat je leesniveau daalt als je een te makkelijk boek leest. Het gaat om het maken van leeskilometers. Vinden jullie er na hoofdstuk 1 al niks meer aan? Zoek verder naar een ander boek. Denk ook eens aan informatieve boeken, zoals een kinderatlas.

2.      Toneelleesboeken

Een heel andere manier van lezen waarbij twee lezers telkens een personage kiezen en hardop voorlezen wat hun personage zegt. Alsof je samen het verhaal écht speelt en beleeft. Wie kan het meest gekke, grappige, bange of blije stemmetje nadoen?

3.      Dobbelspel

Pak een dobbelsteen, papier en stiften erbij. Bedenk en schrijf met elkaar op hóé je gaat lezen bij elke worp. Gooi voor elke bladzijde en de dobbelsteen bepaalt de rest! Lees bijvoorbeeld bij 1 allebei precies tegelijkertijd, bij 2 om de beurt een woordje en bij 3 lees je zingend. Geen inspiratie? Er zijn ook leuke dobbelspellen online te vinden.

4.      Bordspelletjes

Speel bordspelletjes waarbij kaartjes voorgelezen moeten worden. Terwijl de nadruk niet op het lezen ligt, worden er toch heel wat woorden gelezen.

5.      Niet te lang

Lees liever elke dag 10 minuten, dan één keer heel lang.

BLH in Sri Lanka

BLH streeft haar droom achterna om zich in te zetten voor kinderen in Sri Lanka. Gedreven door grote interesse in de oosterse cultuur bundelden we onze wetenschappelijke kennis en kunde met lokale hulpverlening. Een interview met Lizette Scheer, eigenaresse van Buro Leerlingenhulp (BLH).

Help jij ons ook? Doneer hier.

Voor het 15 jarige jubileum van de praktijk wilde BLH iets unieks doen. Niet een groot feest geven en geld spenderen in Nederland. Lizette: ‘’Nee, we verbreedden onze horizon en keken hoe we onze kennis kunnen doneren in landen die het niet zo breed en makkelijk hebben. En waar vaak op een andere manier wordt gekeken naar leer-, gedrags en ontwikkelproblematiek.’’

Azië en Sri Lanka
“Ik heb veel gereisd en Azië veroverde snel mijn hart. Vooral Sri Lanka. Het land, de mindset en de mensen kon ik nooit vergeten.’’ Via Work Away zocht ze samen met haar familie een plek waar ze niet alleen vakantie kon vieren, maar tegelijkertijd iets voor het land kon betekenen. Ze kwamen terecht op een prachtige plek in het Zuiden van Sri Lanka waar ze betrokken raakten bij de renovatie van een woning. Haar man startte er als architect een project en Lizette leverde al haar hulp waar ze kon. Maar het voelde niet als genoeg. Kinderpsycholoog zijnde bleef haar interesse gaan naar kinderen met ontwikkelingsproblematiek. Dáár wilde ze iets voor betekenen.

Gedurende de jaren die ze doorbrachten in Sri Lanka kwamen ze meer en meer in contact met de lokale bevolking. Zo kwam ze achter de verschillen en de overeenkomsten tussen de westerse en oosterse cultuur. “Het oosten en het westen, we kunnen elkaar zoveel leren! Waar wij vooral leunen op wetenschappelijke kennis, spelen in het oosten overtuigingen vanuit het geloof een belangrijke rol bij het begeleiden van kinderen met een beperking. Geld wordt naar de tempel of de priester gebracht in de hoop dat de kwade geest, die de stoornis veroorzaakt, verdwijnt. Er is weinig initiatief en kennis voor het actief begeleiden van kinderen. Om echt in gesprek te gaan met kinderen en contact te maken met elkaar. Als er psychologische of psychiatrische hulp wordt ingezet komt er vaak snel medicatie bij kijken. Met name bij zwaardere problematiek wordt aangeraden om thuis te blijven, zich niet te integreren in de maatschappij en vooral niet te laten zien dat ze anders zijn. Kinderen komen in een isolement te zitten en verkeren in heel andere omstandigheden dan kinderen -met vergelijkbare problemen- die bij onze praktijk binnenkomen.

Het zou zo mooi zijn als een stukje wetenschappelijk inzicht een aanvullend onderdeel kan worden bij de hulp aan kinderen. Zodat zij ook een plek in de maatschappij kunnen krijgen en contact maken met eigen familie en vrienden. Voor onze praktijk is het ontzettend leerzaam om ervaringen op te doen voer de cultuur, mindset en omgang met problematiek daar.’’

SOS Kinderdorpen
Per toeval kwam Lizette in contact met SOS Kinderdorpen. Kinderen die geen ouders meer hebben of niet meer bij hun ouders kunnen wonen, worden (samen met hun broertjes en zusjes) opgevangen in het kinderdorp. ‘’Ik heb gevraagd of ze geholpen zouden zijn met onze kennis. Afgelopen zomer ben ik in het kinderdorp in Galle geweest om met elkaar een hulpprogramma uit te werken. En het was prachtig. We hebben het gehad over thema’s waarbij wij kunnen helpen en een aanvulling kunnen zijn. Bijvoorbeeld bij het vergroten van zelfvertrouwen, de omgang met stigma, psychologische support bij trauma’s, leer- en gedragsproblemen en het opleiden van de jong volwassenen om een productieve plek te krijgen in de samenleving.

Betrokken specialisten bij BLH reizen af naar Sri Lanka om te werken met co-workers en groepjes kinderen. Zo bieden we een prachtige combinatie tussen kennis van hun cultuur, onze wetenschappelijke kennis en kunde én samenwerken met lokale hulpverleners. Waar we trots op zijn is dat we zelf alle hulp bieden, zowel in Sri Lanka als online, waardoor we precies zien waar ons werk, inzet en geld terechtkomt. We zijn zelf de vrijwilligers.’’

BLH gelooft erin dat ieder kind, met of zonder stoornis, moet groeien en hun talenten en capaciteiten ontdekken. Om mee te bouwen en te groeien aan de (lokale) maatschappij. Het begint allemaal bij kinderen.

Help mee
‘’We kunnen onze droom niet alleen verwezenlijken. Graag zamelen we geld in voor vliegtickets, verblijfkosten, trainingsmateriaal, schriftjes, werkboeken enzovoorts. Help mee en doneer hier.’’

Ben je orthopedagoog, psycholoog, hulpverlener en/of ligt je grote interesse bij culturen, hulp en ontwikkeling? Neem contact op met info@buroleerlingenhulp.nl en ga mee als vrijwilliger naar Sri Lanka!

5 vragen aan… Petra en Maaike

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Petra Spruijt en Maaike Karamati.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Maaike: ‘’De enorme afwisseling in het werk maakt dat iedere dag anders is. De ene dag geef ik dyslexiebehandelingen, de andere dag ben aan de slag met leerlingen met rekenproblemen. Leerlingen met bijvoorbeeld een arrangement hebben al zoveel tegenslagen ervaren dat je eerst vooral werkt aan het zelfvertrouwen.’

Petra: ‘’Ik werk met kinderen die moeite hebben met lezen en spellen en begeleid kinderen die Nederlands als tweede taal leren. Daarnaast behandel ik kinderen vanuit de basis GGZ voor allerlei zaken waar ze tegenaan lopen.’’

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Petra: ‘’Laatst deed ik met een leerling ontspanningsoefeningen. Een daarvan, de Milkshake (ja, ja, zo heet hij echt), doe je met water. Maar wij besloten dat het met een echte milkshake moest gebeuren. Die hebben we gehaald en het effect was verrukkelijk!’’

Maaike: ‘’De kunst is goed te kijken en te luisteren naar een kind. Dan kom je erachter welke creatieve dingen je kunt inzetten. Voor een meisje dat steeds het whiteboard op school wilde gebruiken, heb ik een mini-whiteboard meegenomen met gekleurde stiften. Het schrijven op haar eigen whiteboard gaf haar zoveel plezier dat die lastige spelling ineens veel minder vervelend was.’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te halen met leerlingen?

Maaike: ‘’Aan de ene kant word ik blij als kinderen didactisch de sprongen maken die je zo graag met ze wil maken. Aan de andere kant vind ik het nóg belangrijker dat ze meester worden van hun eigen leerproces. Realistische doelen stellen, leren vertrouwen op eigen kunnen en trots zijn op wat je al hebt bereikt.’’

Petra: ‘’Dat leerlingen zich weer zeker gaan voelen over wie ze zijn en wat ze kunnen. En dat leerlingen zich veilig voelen om zich te uiten en fouten durven te maken.’’

Wat is je grootste, grappigste blunder?

Maaike: ‘’Ik heb een jongen begeleid die moeite had met de acceptatie van zijn probleem. En eigenlijk geen hulp wilde uit angst voor de confrontatie. Op een dag pakte ik aan het begin van de begeleiding mijn iPad erbij. Gelijk startte groots een Fortnite-filmpje, wat mijn eigen zoon op mijn iPad bleek te hebben gedownload. Al snel begreep ik dat mijn leerling óók gek is op gamen. We spraken af dat hij iedere keer als beloning de laatste 5 minuten een game-filmpje mocht laten zien. Dat werkte supergoed en was uiteindelijk niet eens meer nodig.’’

Hoe schemert de mindset-theorie door in je werkzaamheden?

Petra: ‘’In de complimenten die ik geef. Deze zijn gericht op de kracht die iemand zelf heeft om verandering tot stand te brengen. Zo is een vraag van mij regelmatig: ‘en hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’ Daarnaast is mijn basishouding als psycholoog er een waarbij ik naast het kind ga staan om samen te kijken wat hij/zij nodig heeft om zijn/haar doelen te bereiken. Ook gebruik ik regelmatig het voorbeeld van de leerkuil, waar je eerst in moet om iets te leren voordat het gemakkelijker wordt.’’

Maaike: ‘’ Als kinderen niet in zichzelf geloven is het moeilijk om de zo gewenste groei door te maken. Een talenten-interview doet wonderen. Na afloop zie je kinderen helemaal opgewekt terug naar de klas gaan.’’

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Petra: ‘’Slagbal. Dat kon met een plankje of de knuppel. Met de knuppel sloeg ik altijd mis, dus moest ik met het plankje. Een home run zat er ook niet in voor mij, want ik was niet zo’n harde renner. Ik heb daardoor altijd het idee gehad dat ik niet goed in balspellen was. Of, sterker nog, dat ik geen sportief persoon ben. Tot ik mee ging doen met volleybaltoernooien op de Pabo. Aangezien het in eerste instantie vooral voor de lol was lag de druk om te presteren laag en durfde ik het aan. Het bleek dat ik niet onderdeed voor de rest en, ook dankzij mijn medestudenten die bleven vragen of ik mee deed, groeide mijn zelfvertrouwen hierin.

Dyslexie: geen stoornis, maar juist een talent!?

Wat hebben Leonardo DaVinci, Jamie Oliver en Albert Einstein én een hele hoop kinderen uit onze praktijk met elkaar gemeen? Juist, allemaal hebben ze dyslexie. Mensen met dyslexie denken anders dan mensen zonder dyslexie. Maar dat maakt ze niet beter, slechter of talentvoller dan anderen. Wel anders. Als we van ieder individu de unieke en bijzondere kanten nemen en deze bundelen zijn we samen het sterkst.

Afgelopen zomer kwam er een nieuwsbericht voorbij. Het vermelde dat dyslexie een talent is. ‘’Niet voor niets is 40% van de self made millionaires volgens een Brits onderzoek dyslectisch’’. Dyslectici zijn vaak ondernemend, creatief en zien verrassende verbanden, zo ging het artikel verder. En ze kunnen hard werken, want wie als dyslecticus moet leren lezen, moet tien keer zo hard werken.

Het dyslectische brein
Van oorsprong is onderwijs erop gericht te leren door taal. De stof van aardrijkskunde en biologie krijgen kinderen voorgeschoteld in boekvorm en ook de instructie van de moeilijke rekensom is uitgeschreven in woorden. Technologie gooit dat op de schop. Administratief- en taligwerk wordt gedaan door computers en robots. En we kunnen leren door beelden; het world wide web staat vol uitleg- en instructiefilmpjes.
De wereld van nu zit minder te wachten op het talige onderwijs. De wereld zit meer te wachten op innovatief denken, verrassende oplossingen bedenken en doorzetten. En laat dit nou precies zijn waar dyslectici goed in zijn, schreef het artikel. Het dyslectische brein is perfect ingericht op de nieuwe economie. En toen kwam het hoge woord in het artikel: ‘’ik voorspel dat mensen gaan doen alsof ze dyslectisch zijn, omdat het een talent wordt.’’

Krachten bundelen
Maar slaan we niet een beetje door om dyslexie een talent te noemen? Is het hebben van geen dyslexie dan ook een talent? Het wel of niet hebben van dyslexie is, volgens ons, eigenlijk best irrelevant als we zoeken en graven naar talenten van kinderen. Elk kind heeft, los van alle stoornissen, zijn eigen talenten. Laten we kijken naar unieke en bijzondere kanten van ieder individu. En als we de krachten bundelen maken die ons samen het meest krachtig en meest intelligent. Zo halen we het meest uit onze maatschappij en kunnen we het meest bereiken. Zoals Mark Mieras zegt: ‘’We zijn tenslotte samen het meest intelligent als we allemaal verschillend denken.’’

Meer weten wat BLH biedt voor kinderen met dyslexie? Klik hier! En lees in deze blog meer over onze visie op talentgericht werken.

Geïnspireerd op: Het Parool, ‘’Dyslexie is een talent’’, 5 juli 2018

Effectief vervelen. Gun je kind dat ook deze zomer.

Het startschot van de zomervakantie wordt vandaag gegeven. Liggen de oefenboekjes al klaar? Komen jullie ook langs tijdens ons zomerrooster? Maar let op: een goede portie verveling vinden wij ook heel belangrijk. Het draait allemaal om balans.

BLH krijgt geregeld de vraag van ouders hoe zij hun kind(eren) het best kunnen ondersteunen bij 6-les-vrije-weken. Allereerst over ons zomerrooster. Ideaal om structuur te behouden. Ideaal om balans te vinden tussen ‘het koppie draaiende te houden’ en ‘het koppie te laten rusten’. Aan het belang van blijven oefenen in de zomerweken, geven de meeste ouders wel gehoor. Gewapend met zomerboeken, kopieerbladen en de tablet gevuld met educatieve apps vertrekken zij naar uiteenlopende tropische oorden. Toch draait alles om balans in het leven. Het is daarom óók belangrijk om de tegenhanger in het zomerse zonnetje te zetten; aandacht voor vervelen.

Veel ouders zien vervelen als een probleem. Iets dat opgelost moet worden. Iets van vroeger. Iets dat bijna onmogelijk is in deze tijd van prikkeloorlog. Het liefst proppen we de zomervakantie vol met activiteiten en willen we kinderen entertainen. Goed bedoeld. Totaal onnodig.
Volgens kinderpsycholoog Lyn Fry is het heel simpel. In een artikel in Quartz legt ze uit: ‘Als ouders de hele tijd bezig zijn de vrije tijd van hun kinderen op te vullen, zullen ze nooit leren die vrije tijd zelf in te vullen. Verveling is cruciaal bij de ontwikkeling van een interne drive die ruimte biedt aan ware creativiteit. Tischa Neve, de bekende Nederlandse kinderpsycholoog beaamt de stelling van Lyn Fry. Zeker na een hectisch schooljaar is het goed als kinderen even niets hoeven en doen. Tot rust komen. Lanterfanten. Luieren. Lummelen en rondhangen is heel goed voor ze. Ouders lijken allergisch voor het woord ‘SAAI!’, dat hun koter zeer monotoon kan uitroepen. Een trukendoos aan oplossingen en activiteiten wordt geopperd. Maar onthoud: saai = rust en rust = oplaadtijd voor de hersenen.

Vervelen wordt gauw gekoppeld aan passiviteit. Onterecht, want in het hoofd van je kind gebeurt een heleboel. Verveling heeft dan ook een belangrijke functie. Het is hartstikke mindful en goed voor je brein. Best een ontspannen gevoel dat de zomervakantie uit verveelmomenten mag bestaan. Maar haal ook niet gelijk alle oefenboeken uit de koffer. Kinderen hebben een bepaalde ‘verveeltax’. Oneindig vervelen  is ook niet goed. Het gaat dus echt om balans.

Maak dus indien gewenst van het zomerrooster van BLH. Of maak samen met je kind een eigen rooster en plan oefentijd in. Zo baken je het af, behoud je structuur en is het overzichtelijk voor je kind. En het belangrijkste; er is genoeg lanterfanttijd.

Tot slot. Gaat het alarm ‘SAAI!’ in huis af? Raak dan niet in paniek en krijg grip op het alarm door:

  1. Vertel je kind dat het niet erg is dat het zich verveelt. Iedereen heeft dat wel eens. Het is juist super gezond voor het brein.
  2. Maak op een ander moment samen een lijstje met dingen-die-je-kunt-doen-als-je-niet-weet-wat-je-moet-doen (en laat het dit zoveel mogelijk zelf bedenken). Probeer ook samen met je kind oefenstof te bedenken die het kan doen.
  3. Geef aan wanneer het weer op jouw aandacht kan rekenen. Bijvoorbeeld: ‘Ik ga nu dit verhaal uitlezen, daarna kunnen we samen iets gaan doen.’
  4. Ruim samen het speelgoed op. Je kind herontdekt vast iets waar het mee wil spelen.
  5. Soms komt verveling voort uit vermoeidheid. Misschien helpt een pyjama-dag of een warm lang bad.