menu

dyslexie

5 vragen aan… Jasmijn en Esther

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Jasmijn en Esther.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Jasmijn: “Nu ik er goed over nadenk doe ik van alles binnen BLH. Ik begeleid kinderen en jongeren met leerproblematiek, voer RT uit op scholen, verricht onderzoek en geef behandelingen in de basis GGZ voor hoofdzakelijk kinderen met ADHD en sociaal-emotionele problematiek, ik werk voor REACH en tot slot werk ik samen met de Buitenjuf. En oh ja, ik manage ook deels het Sri Lanka project. Het is fantastisch om zo gevarieerd bezig te kunnen zijn.”

Esther: “De meeste kinderen die ik zie, komen bij mij voor dyslexiebehandelingen. Deze kinderen heb een diagnose dyslexie en een behandelindicatie. Met hen doe ik verschillende oefeningen, zowel mondeling als op de computer, met als doel dat ze uiteindelijk ​vooruitgaan met lezen. Daarnaast zie ik ook twee leerlingen die ik help met begrijpend lezen; één van hen op de basisschool en de ander in 3 Havo.”

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Esther: “Ik begeleid een meisje dat het thuis niet makkelijk heeft. ‘s Ochtends om 9.00 uur zit haar hoofd al helemaal vol met alle indrukken die ze vanuit huis heeft meegekregen. Omdat ik zelf voor mijn ontspanning en om te ontprikkelen na een drukke dag regelmatig mediteer, dacht ik: ‘Hé laat ik dat bij haar ook eens proberen!’ We starten nu de behandeling met een korte meditatie van 3 minuten. Na die drie minuten voelt ze zich helemaal ontspannen en is haar hoofd leeg, zodat ze open staat voor wat ik haar wil leren tijdens de behandeling. Mooi hè?’’

Jasmijn: “Ik gaf een jongen begeleiding voor begrijpend lezen. Hij was moeilijk te motiveren en had weinig zin in de begeleiding. Toen ik doorvroeg naar wat hij leuk vond, vertelde hij mij dat hij groot fan is van ACDC. Toen hebben we maar even heel hard zijn favoriete nummer van ACDC opgezet en heb ik een tekst over rockmuziek opgezocht. Hij bloeide helemaal op en we zijn daarna lekker aan de slag gegaan! ’’

Wat is je grappigste blunder tijdens een begeleiding?

Jasmijn: “Tijdens rekenbegeleiding was ik een keer heel overtuigend een som aan het uitleggen aan een groep 8er, totdat ze mij op een rekenfout wees. Mijn eerste reactie was dat ik mij schaamde. Maar het prachtige eraan was, was dat zij de som aan mij uit ging leggen en het vlekkeloos deed. Ze ontving ook voor faalangst begeleiding van mij en straalde op dat moment ontzettend veel zelfvertrouwen uit! Niet alleen dat ze de som goed had, maar ook omdat ze had durven zeggen dat ik het niet helemaal juist deed en zij daar toen het voortouw in nam. Ik was hartstikke trots op haar.’’


Esther: “Oeh, dat is een lastige vraag. Daar heb ik echt even over na moeten denken. Eigenlijk heb ik voor zover ik weet nog nooit een echte blunder begaan… Soms ben ik een beetje chaotisch en dan benoem ik dat naar de leerlingen. Sommige komen dan met heel handige opmerkingen als “Juf, ik zou dat de volgende keer maar in de tas laten zitten…” Soms denken we als volwassenen veel te ingewikkeld omdat we ons laten hinderen door beperkingen (‘dat kan niet want…’). Leuk om de vindingrijkheid en de ​​creativiteit van de kinderen te horen en toe te passen.”

Hoe komt de mindsettheorie terug in je werkzaamheden?

Esther: ‘’Mijn motto is al jarenlang: ‘Je kunt meer dan dat je denkt’. Dat probeer ik de leerlingen ook te laten inzien. Ik maak vaak gebruik van grafieken of tabellen waarbij ik laat zien hoeveel woorden een kind goed gelezen heeft óf hoe lang ze over een rijtje met 15 woorden doen. Het is mooi om te zien dat ze trots zijn wanneer ze sneller zijn gaan lezen. En wanneer het minder goed ging dan de vorige keer, bespreken we hoe dat kwam. Soms leg ik ook uit dat je niet de hele dag een topprestatie kunt leveren; dat zou echt zwaar vermoeiend zijn. Daarnaast geef ik de leerlingen ook mee dat het oké is om te zijn wie je bent. Want als de wereld alleen maar uit Albert Einsteins zou bestaan, in wat voor wereld zouden we dan leven? Diversiteit maakt de maatschappij alleen maar mooier.’’

Jasmijn: ”Ik probeer kinderen altijd bewust te maken van hun denkproces als ze moeten beginnen met een taak die ze moeilijk vinden. Door alle denkstappen langs te gaan, komen zij er snel achter dat die negatieve gedachten niet behulpzaam zijn. Samen kijken we dan hoe we die gedachten om kunnen vormen in helpende gedachten. Als een begeleiding start, begin ik meestal ook met een psychoeducatie over hoe mensen leren en hoe dat werkt in de hersenen. Kinderen vinden het onderwerp ‘hersenen’ namelijk ontzettend interessant.”

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Jasmijn: “Vroeger had erg veel last van faalangst en ik vond dat ik alles zelf maar moest kunnen. Wat mij toen heeft geholpen is dat ik toch om hulp ben gaan vragen en dat daar geen schaamte in zit. Ook ben ik gestopt met mijzelf vergelijken met anderen. Iedereen heeft zo zijn eigen talenten en het is helemaal oké om iets moeilijk te vinden. Met wat extra oefening kom je er wel.”

Esther: “Vroeger vond ik geschiedenis en aardrijkskunde heel erg moeilijk. Je krijgt bij deze vakken zó veel informatie aangeboden. Hoe weet je nu precies wát je moet onthouden? Liever was ik bezig met talen zoals Engels, Frans, Grieks en Latijn: daar zat tenminste een structuur in ?. Ik heb vaak geluk gehad met docenten/leraren. Zij konden namelijk heel grappig en ​inspirerend vertellen. Hierdoor onthield ik vaak de belangrijkste dingen wel. De samenvatting in het boek doorlezen én hardop vertellen aan een denkbeeldig iemand (of mezelf) wat me is bijgebleven uit het hoofdstuk, was ook een handige strategie. En nog één laatste tip: als je iemand iets uitlegt wat je net geleerd hebt, dan weet je eigenlijk al hoe het werkt! Dus: help een ander als hij/zij er niet uitkomt en vertel hoe jij het zou doen.’’

Meer lezen? Ga hier naar het overzicht met al onze blogs over onderwerpen die we tegenkomen in de dagelijkse praktijk. Van leesplezier tot sociaal-emotionele problematiek, van de mindset theorie tot tips voor ouders en scholen. Én natuurlijk meer BLH’ers die de 5 vragen beantwoorden. 

Dyslexie en hoogbegaafdheid

Wat kinderen makkelijk en moeilijk vinden op academisch gebied kan heel erg variëren. Sommigen kunnen moeilijk stilzitten in de klas en hebben moeite met het opnemen van informatie, anderen hebben een talenknobbel en vinden rekenen lastig. En soms heb je kinderen die heel hoog scoren op een intelligentietest, maar toch kampen met ernstige lees- en spellingproblemen.

Als psycholoog/orthopedagoog krijgen we dan te maken met de vraag: maakt het iets uit voor de diagnose van dyslexie wanneer een kind hoogbegaafd is? En voor de behandeling?

Het antwoord op de eerste vraag is simpel: de criteria voor dyslexie zijn voor iedereen hetzelfde! Het is niet zo dat als je bovengemiddeld intelligent bent, je niet tot de zwakste 10% lezers en/of spellers hoeft te horen voor de diagnose dyslexie. Al kun je óók wanneer je buiten die groep valt last ondervinden van lees- en spellingproblemen.

Voor de behandeling van dyslexie kan hoogbegaafdheid wél een verschil maken. Behandelsessies worden sowieso altijd aangepast aan de behoeften, interesses en capaciteiten van een kind. Om hoogbegaafden te begeleiden kan er nadruk worden gelegd op de volgende zaken:

  • Zoek samen naar de samenhang in spellingregels en orden deze op een logische manier in een spellingschriftje. Op deze manier wordt het ‘grotere’ plaatje zichtbaar;
  • Hierop aansluitend: vermijd het stampen van informatie;
  • Laat het kind zijn eigen fouten zoeken en verbeteren, dit vergroot het eigenaarschap in het leerproces;
  • Zorg ervoor dat een psycho-educatie over dyslexie ook ingaat op de kenmerken van hoogbegaafdheid.

Wil je meer lezen over dyslexie en hoogbegaafdheid? De Stichting Dyslexie Nederland heeft hier een interessant document over gepubliceerd. Ook raden we het boek Dyslexie als Kans aan voor de nieuwste bevindingen rondom over dit onderwerp en om meer te leren over het ‘dyslectische brein’ in het algemeen.

Meer lezen? Ga hier naar het overzicht met al onze blogs over onderwerpen die we tegenkomen in de dagelijkse praktijk. Van leesplezier tot sociaal-emotionele problematiek, van de mindset theorie tot tips voor ouders en scholen. Én natuurlijk meer BLH’ers die de 5 vragen beantwoorden.

5 vragen aan… Emma en Michelle

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Michelle en Emma.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Michelle: “Mijn werkzaamheden binnen BLH zijn momenteel vooral het begeleiden van kinderen met leerproblematiek, soms in combinatie met sociaal-emotionele problematiek of werkhouding/taakaanpak. Ik werk op verschillende scholen en zie ook kinderen op het kantoor aan de Vlierboomstraat.”

Emma: “Ik houd me voornamelijk bezig met de didactische kant. Ik kom op scholen om arrangementen uit te voeren, maar ook om het technisch lezen op zorgniveau 3 te verzorgen. Verder geef ik dyslexiebehandelingen. Ten slotte heb ik nog een paar particuliere leerlingen: dit varieert van het bijspijkeren van de werkwoordspelling tot leerlingen met faalangstklachten.”

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Emma: “Iets wat me meteen te binnen schiet is rekenen met behulp van ‘bewegend leren‘. De kinderen waren erg verbaasd dat ze niet op hun stoel hoefden te blijven zitten, maar rond mochten lopen of springen terwijl ze de tafels aan het oefenen waren.”

Michelle: “Tijdens begeleiding vind ik het leuk om gebruik te maken van echte materialen. Vorig jaar heb ik met een kleuter buiten bladeren gezocht bij het thema ‘herfst’. Eén van de doelwoorden was ‘dwarrelen’. Samen hebben we de bladeren staand op een stoel losgelaten en over elkaar heen laten vallen, dwarrelen dus!”

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te behalen met leerlingen?

Michelle: “Voor ieder kind is het doel of gewenste resultaat anders. Ik vind het ontzettend belangrijk om uit kinderen het hoogst haalbare te halen. Ik geloof dat dit alleen maar lukt als het kind ook zelf gaat geloven dat hij of zij dit kan. Daarom vind ik het bouwen aan zelfvertrouwen door middel van positieve benadering en succeservaringen het meest essentiële tijdens de begeleiding.”

Emma: “Ik vind het erg belangrijk dat de kinderen het naar hun zin hebben. Wanneer je merkt dat een kind met tegenzin bij je komt, kan je een stuk minder bereiken. Ik ga dan graag met het kind in gesprek om erachter te komen waar de tegenzin vandaan komt en hoe we dit kunnen oplossen. Kinderen komen dan zelf vaak met verrassende en goede ideeën!”

Hoe komt de mindsettheorie terug in je werkzaamheden?

Emma: “Deze theorie laat ik in al mijn soorten begeleidingen terugkomen, op allerlei verschillende manieren. Eén manier is om complimenten te geven gericht op het proces, in plaats van op het resultaat, maar ook de kinderen zelf in te laten zien dat het proces heel belangrijk is. Vaak merk je dat namelijk dat iedereen erg resultaatgericht bezig is. Een manier om kinderen bewust te laten worden van het belang van het proces, is bijvoorbeeld door af en toe terug te blikken op alles wat we samen al hebben bereikt in de begeleiding. Hierbij gebruik ik ook vaak de leerkuil-metafoor.”

Michelle: ”De mindset-theorie komt op verschillende momenten in de begeleiding terug. Als leerlingen het aankunnen, probeer ik de kinderen zelf te laten bepalen wat ze deze keer gaan oefenen en op welke manier. Zo maak ik ze eigenaar van hun eigen leerproces. Daarnaast is de positieve benadering zoals beschreven bij de vorige vraag ook ontzettend van belang. Kinderen moeten zelf gaan geloven dat ze iets kunnen. Wanneer ze doorzetten, kunnen ze alles bereiken.”

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Michelle: “Op de basisschool vond ik rekenen ontzettend moeilijk. In de vakanties kreeg ik boeken mee naar huis om bij te werken en tijdens het zelfstandig werken aan de weektaak zat ik altijd nog te zwoegen op de rekenles van die dag. Ik ben altijd blijven oefenen, maar op de middelbare school bleef wiskunde nog steeds struikelblok. Totdat ik een docent kreeg die bij mij het kwartje deed vallen. Opeens begreep ik de stof die ik eerst zo moeilijk had gevonden. Vanaf toen heb ik geen cijfer meer onder de 8 gehaald en voor de toets over de stelling van Pythagoras had ik zelfs een 10!”

Op welke manier leerde je vroeger het best?

Emma: “Mijn manier van leren was markeren van de leerstof om vervolgens samenvattingen te maken. Ik begon al op tijd met het lezen van alle stof, om belangrijke stukken tekst te markeren. Wanneer de toets er dan bijna aan kwam, ging ik van die gemarkeerde stukken een samenvatting maken. Zo had ik alle leerstof toch al twee keer volledig gelezen! Vaak maakte ik daarna nog weer een samenvatting van mijn samenvatting, omdat ik meestal iets te veel uitweidde ?.”

Meer lezen? Ga hier naar het overzicht met al onze blogs over onderwerpen die we tegenkomen in de dagelijkse praktijk. Van leesplezier tot sociaal-emotionele problematiek, van de mindset theorie tot tips voor ouders en scholen. Én natuurlijk meer BLH’ers die de 5 vragen beantwoorden.

5 vragen aan… Renate en Alana

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Renate en Alana.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Alana: ‘’Op zowel de praktijk als op scholen behandel ik kinderen variërend van het versterken van hun zelfvertrouwen en emotieregulatie tot het verbeteren van de executieve functies. Daarnaast zie ik leerlingen die moeite hebben met leren. Ook voer ik voor de basis GGZ diagnostiek uit, zoals intelligentieonderzoek, ADHD en autismespectrumstoornis.’’

Renate: ‘’Ik zie met name kinderen met leerproblematiek. Vaak zie je dat deze kinderen mede door hun leerproblemen niet zo lekker in hun vel zitten. We kijken dan samen naar de kwaliteiten en talenten van het kind. Sinds kort zie ik ook groepjes leerlingen buiten schooltijd. Juist omdat het na schooltijd is, probeer ik veel bewegend te leren met ze en lekker naar buiten te gaan. Ik was bang dat ze het vreselijk zouden vinden om nog langer op school te blijven, maar tot nu toe hoor ik veel positieve reacties. Ook voer ik dyslexie- en intelligentieonderzoeken uit.”

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Renate: ‘’Tijdens een online sessie met een meisje met ernstige dyslexie lazen we een supersaai leesblad met losse zinnen die helemaal niks met elkaar te maken hadden. (Lees verder waarom lezen zo belangrijk is, inclusief tips!) Het meisje was best verlegen en we kenden elkaar nog niet zo lang. Ik stelde voor om de zinnen steeds op een andere manier voor te lezen: eerst 5 zinnen heel boos, daarna 5 zinnen heel blij, verdrietig, spannend, enzovoorts. Nou, we hebben zo’n lol met elkaar gehad. Wat bleek? Ze was een ontzettend goede toneelspeelster! Het ijs was gebroken en sindsdien durft ze meer en meer van zichzelf te laten zien.’’

Alana: ‘’Met een leerling die moeite had met het ‘inplannen’ van ontspanning ben ik een keer samen gaan hardlopen. Op deze manier kon hij experimenteren of het hardlopen een goede ontspanning voor hem is én ervaren dat ontspannen heel belangrijk is!’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te behalen met leerlingen?

Alana: ‘’Het belangrijkste en mooiste resultaat om te behalen met de kinderen en jongeren vind ik dat zij zelf hun eigen ontwikkeling zien, trots zijn op zichzelf en zelfvertrouwen hebben.’’

Renate: ‘’Dat kinderen lekker in hun vel zitten! Daarom vind ik het belangrijk samen een band op te bouwen. Zo beginnen we altijd met een praatje. Over hoe je dag was bijvoorbeeld of ik pak er een praatkaartje bij. Als een kind zich veilig voelt lukt het bovendien beter om te leren. Het tweede belangrijkste doel is natuurlijk om te groeien op een bepaald gebied. Het is prachtig te zien hoe trots een kind kan zijn als hij/zij een AVI-niveau vooruitgegaan is na weken lang oefenen.”

Hoe komt de mindsettheorie terug in je werkzaamheden?

Alana: ‘’Ongeacht de hulpvraag en leeftijd van de kinderen en/of jongeren, pas ik mindset toe door hen bewust te maken van de stappen die zij al maken. Er is niks leukers dan kinderen en jongeren bewust te maken van de groeimindset die zij al laten zien in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld met het oefenen voor hun hobby of sport. Op deze manier wordt de groeimindset niet alleen geïntegreerd in de begeleiding, maar ook in hun dagelijks leven. Ook geloof ik erin dat de groeimindset wordt versterkt wanneer kinderen zich bewust zijn van deze momenten en de omgeving hen hiervoor complimenteert.’’

Renate: ”Ik geef feedback aan leerlingen op het proces en niet (meteen) op het resultaat. Dus: ‘Wat heb je goed doorgezet!’ of ‘Je vindt het nog best moeilijk, maar toch geef jij niet op!’. Verder lees ik vaak de boeken ‘Het meisje dat nooit fouten maakte’ en ‘Je fantastische, elastische brein’ voor. Vooral het eerste boek zorgt vaak voor mooie gesprekken en vinden de meeste kinderen heel leuk.”

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Renate: ‘’Ik kon vroeger vrij makkelijk leren, maar wat ik wel heel moeilijk vond was om mijn vinger op te steken en een antwoord te geven. Ik was erg verlegen en hoopte dat ik de beurt niet kreeg… Want wat als ik iets verkeerds zou zeggen? Ik heb hier eigenlijk nooit hulp bij gekregen. Nu denk ik wel eens als ik kinderen de mindset-theorie uitleg: wat had ik hier zelf als kind veel aan gehad kunnen hebben! De verlegenheid is langzaam maar zeker minder geworden, maar ik denk dat als je van jongs af aan al leert dat je door oefening beter kunt worden en dat je van fouten maken juist leert (lees verder hóe je nou van fouten leert), dat je dan vaker uit je comfort-zone durft te komen en steeds zekerder van jezelf wordt.’’

Alana: ‘’Samenvatten! Tijdens mijn bachelor psychologie schreef ik nog steeds hele boeken over, omdat ik álles belangrijk vond. Pas tijdens mijn master orthopedagogiek heb ik leren samenvatten. Ik kreeg zo veel vakken dat ik geen tijd meer had om hele uitgebreide samenvattingen te schrijven, het moest beknopt. Hierdoor heb ik geleerd dat ik ook goede cijfers kon halen met beknoptere samenvattingen. Mijn vertrouwen in het beknopter samenvatten en bepalen van de belangrijk informatie groeide door deze succeservaringen!’’

Meer lezen? Ga hier naar het overzicht met al onze blogs over onderwerpen die we tegenkomen in de dagelijkse praktijk. Van leesplezier tot sociaal-emotionele problematiek, van de mindset theorie tot tips voor ouders en scholen. Én natuurlijk meer BLH’ers die de 5 vragen beantwoorden. 

5 vragen aan… Katja en Cedie

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Cedie Joosse-Sijben en Katja Zhigorevich.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Cedie: ‘’Ik werk veel met kinderen met leesproblemen en dyslexie. Ook doe ik diagnostiek en behandel ik kinderen vanuit de basis GGZ. Daarnaast vind ik het leuk om met collega’s mee te denken, bijvoorbeeld met onderzoeken of met zaken waar zij tijdens de begeleiding tegenaan lopen.’’

Katja: ‘’Op dit moment doe ik ONL-begeleidingen, arrangementen op scholen en zie ik leerlingen op de praktijk. Ik begeleid zowel kinderen op het sociaal-emotionele stuk als op leergebied. Ik gebruik de methode ‘Beter bij de les’ bij een leerling en oefen met kinderen met schoolse vakken. Wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling doe ik van alles: werken uit het SOVA-boekje, de route naar een nieuwe school leren fietsen, voorbereiden op de wisseling van groep of school, toneelspelletjes voor sociale interacties, leren plannen door bijvoorbeeld te kijken wat je nodig hebt en moet doen voor eten koken… en noem maar op!’’

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Katja: ‘’Actieve kinderen laat ik wel eens rennen en springen tijdens het flitsen van klanken en letters. De kinderen volgen een heel parcours door de kamer door op de goede letter te springen. Kinderen vinden het fantastisch!’’

Cedie: ‘’Op allerlei creatieve manieren creëer ik succeservaringen bij leerlingen. Vandaag zag ik bijvoorbeeld een jongen met dyslexie die baalde omdat hij nog niet snel kan lezen. Tijdens de begeleiding kwamen we erachter dat hij zonder problemen op de kop kan lezen. We hebben toen een paar leesoefeningen op de kop gedaan wat zorgde voor een grote glimlach èn de oefeningen daarna gingen beter!’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te halen met leerlingen?

Cedie: ‘’Ik probeer de leerlingen tijdens iedere begeleiding successen te laten ervaren om hun competentiegevoel en eigenwaarde te versterken. Ik geniet ervan als leerlingen kunnen zeggen dat ze zelf verder kunnen.’’

Katja: ‘’ Naast de didactische doelen, bijvoorbeeld dat een kind meer woorden leest in één minuut, vind ik de persoonlijke groei belangrijk. Zo was er laatst een leerling die nét niet alle doelen behaald had, maar voor zijn eigen gevoel zo’n groei en ontwikkeling had doorgemaakt. En dit is vaak iets niet meetbaars, maar het kind voelt het wel.’’

Wat is je grappigste blunder?

Cedie: ‘’Vlak nadat ik met een leerling besproken had hoe hij erop kan letten nauwkeurig te lezen, maakte ik zelf een fout. Ik verbeterde namelijk de leerling terwijl hij het woord goed had gelezen. Gelukkig was het nauwkeurig lezen bij hem wél gelukt en verbeterde hij mij! Het werd meteen duidelijk dat iedereen fouten maakt.’’

Hoe schemert de mindsettheorie door in je werkzaamheden?

Katja: ‘’Ik vraag kinderen wat ze zelf willen leren. Soms komt er iets persoonlijks uit, zoals het vinden waar hij of zij goed in is. Ook pak ik de talentenkaarten erbij. Vooral wanneer een leerling al een tijdje in begeleiding is en de motivatie een beetje daalt. Dit helpt vaak als je het combineert met de leerkuil, dan zie je de motivatie weer omhooggaan. Heel mooi om te zien!’’

Cedie: ‘’In de manier waarop ik feedback geef aan de leerlingen. Deze is gericht op het leerproces dat de leerlingen doormaken.’’

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Cedie: ‘’Tijdens mijn studie orthopedagogiek had ik moeite met statistiek. Eén tentamen heb ik wel drie keer overgedaan. Ik kwam erachter dat ik teveel tijd besteedde aan het begrijpen van de theorie en dat het mij veel meer hielp om oefenopgaven te maken en daarbij te onthouden welke stappen ik moest zetten om tot de goede antwoorden te komen. Door op een andere manier te leren heb ik de laatste keer een 9 gehaald!’’

Katja: ‘’Ik vond vroeger de exacte vakken moeilijk op school. Daar hielp iemand mij toen mee. Zij hielp met het maken van ezelsbruggetjes, wat ik heel leuk vond om te doen. Én ikzelf gebruik het nu vaak met de kinderen die ik begeleid.’’

Waarom lezen én leesplezier zo belangrijk zijn, én tips!

Begin deze maand is het onderzoeksrapport van het grootschalig Europees PISA-onderzoek bekend gemaakt. Dat ging over onder andere de leesvaardigheid van 15-jarige Nederlandse leerlingen ten opzichte van andere leerlingen in Europa. Wat bleek? De leesvaardigheid van 15-jarige scholieren is de afgelopen jaren achteruitgegaan. Waar ons oog ook op viel was het leesplezier, wat elk jaar weer minder plezierig lijkt te worden.

Plezier in lezen vinden wij ontzettend belangrijk. Daar begint het allemaal. Het zet een hoop (groei!) in gang. Hoe leuker lezen is, hoe meer je het gaat doen, hoe beter je erin wordt, hoe leuker het weer wordt, hoe meer je het weer gaat doen… engazomaardoor. Wist je dat je van lezen slim, blij én gezond wordt? Zo is lezen ontzettend goed voor de hersenontwikkeling en helpt het bij het verlengen van de concentratieboog. Ook inleven in de verhaalpersonages helpt ons om ons in te leven in mensen in het dagelijks (sociale) leven. En wat dacht je van de woordenschat, grammatica, spelling en zinsbouw; tijdens het maken van leeskilometers groeien deze gestaag. Zoals hoogleraar Jelle Jolles zei: lezen is essentieel en verdient een comeback; lezen 2.0!

Bij ons op de praktijk zijn we dagelijks met lezen bezig, want we hebben veel kinderen met dyslexie of leesproblemen over de vloer. Genoeg tips in huis dus om lezen leuker en gevarieerder te maken. We verzamelden er een aantal:

1.      Beter leuk dan op (AVI)-niveau

Er is nooit aangetoond dat je leesniveau daalt als je een te makkelijk boek leest. Het gaat om het maken van leeskilometers. Vinden jullie er na hoofdstuk 1 al niks meer aan? Zoek verder naar een ander boek. Denk ook eens aan informatieve boeken, zoals een kinderatlas.

2.      Toneelleesboeken

Een heel andere manier van lezen waarbij twee lezers telkens een personage kiezen en hardop voorlezen wat hun personage zegt. Alsof je samen het verhaal écht speelt en beleeft. Wie kan het meest gekke, grappige, bange of blije stemmetje nadoen?

3.      Dobbelspel

Pak een dobbelsteen, papier en stiften erbij. Bedenk en schrijf met elkaar op hóé je gaat lezen bij elke worp. Gooi voor elke bladzijde en de dobbelsteen bepaalt de rest! Lees bijvoorbeeld bij 1 allebei precies tegelijkertijd, bij 2 om de beurt een woordje en bij 3 lees je zingend. Geen inspiratie? Er zijn ook leuke dobbelspellen online te vinden.

4.      Bordspelletjes

Speel bordspelletjes waarbij kaartjes voorgelezen moeten worden. Terwijl de nadruk niet op het lezen ligt, worden er toch heel wat woorden gelezen.

5.      Niet te lang

Lees liever elke dag 10 minuten, dan één keer heel lang.

5 vragen aan… Pleuni en Margot

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Pleuni van den Hoeven en Margot Bak.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Margot: ”Ik begeleid met name kinderen met dyslexie. Ik help hen met lezen, spellen en natuurlijk het vergroten van hun zelfvertrouwen.”

Pleuni: ”Ik begeleid leerlingen die moeite hebben met begrijpend lezen, plannen of heel onzeker zijn, maar ook kinderen met dyslexie, dyscalculie, AD(H)D, TOS en autisme. Omdat alle kinderen uniek zijn is ook elke begeleiding anders.’’

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Pleuni van den Hoeven MScPleuni: ‘’Een paar weken geleden vroeg een leerling me hoe groot een auto eigenlijk is. Gewapend met een meetlint gingen we de straat op en deden een wedstrijdje. Eerst schatten we allebei de grootte om daarna te meten wie gelijk had. Ik had natuurlijk ook gewoon kunnen vertellen hoeveel meter een gemiddelde auto is, maar toen ze zelf kon ervaren hoe lang iets is, bijvoorbeeld door grote stappen te zetten of het op te meten, begreep ze het echt.’’

Margot: ‘’Veel van mijn leerlingen vinden het leuk om verhalen te verzinnen met woorden die zij moeten leren of zelf verhaalsommen te maken met de getallen. Wat een creativiteit komt er dan naar boven! Vaak spelen we zelf de hoofdrol in de verzonnen verhalen. Aan het eind van de begeleiding lezen mijn leerlingen hun verhaal voor aan hun ouders. Die zijn dan hartstikke trots!’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te halen met leerlingen?

Pleuni: ‘’De verbazing op het gezicht wanneer een leerling ervaart iets te kunnen waarvan hij/zij het zelf nog niet wist! Die verbazing leidt vaak tot een zelfvertrouwen-boost en een flinke dosis lef voor nieuwe uitdagingen.’’

Margot: ‘’Het belangrijkste resultaat dat ik met mijn leerlingen wil behalen is dat zij weer met plezier en vertrouwen leren. Dat zij merken dat ze vooruitgegaan zijn en dat aan hun eigen inzet te danken hebben.’’

Hoe schemert de mindset-theorie door in je werkzaamheden?

Pleuni: ‘’Ik vind het belangrijk om een leerling te laten beseffen dat elke bekende sporter of zangeres niet zomaar zo goed is geworden, maar juist door heel veel te oefenen en te trainen! Door veel te oefenen kan je beter worden, zelfs in dingen die je enorm lastig of eng vindt.’’

Margot: ‘’Ik moedig leerlingen altijd aan om iets nieuws te proberen en te leren van fouten die daarmee geheid gepaard gaan (lees in deze blog hóe je nou van fouten leert). Wat gaat al goed en wat wil je leren? Ik maak bij elke evaluatie een grafiek van de groei van mijn leerlingen, zo wordt het zichtbaar.’’

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Margot: ‘’Ik vond gym altijd erg lastig. Een bal vangen of een koprol maken waren grote uitdagingen voor mij. Gelukkig hielpen mijn klasgenootjes mij dan. En ik kon anderen weer helpen met andere vakken, bijvoorbeeld taal.’’

Pleuni: ‘’Ik had behoorlijke (faal)angst voor Engels op de middelbare school. Wanneer de Engels docent mij vragen stelde en ik in het Engels moest antwoorden brak het zweet me uit en zei ik gewoon dat ik het antwoord niet wist. Liever doen alsof ik het niet wist dan voor schut staan als ik het verkeerde antwoord zou geven. Op een dag vroeg ik aan mijn Engels docent om mij geen beurt meer te geven in de les. Helaas stemde hij in. Vanaf toen kreeg ik nooit meer een beurt én leerde ik niks meer bij! Het probleem was op de middelbare school opgelost, maar uiteraard sloeg de angst weer toe toen ik later onverwachts Engels moest praten. Uiteindelijk besloot ik te gaan reizen en tijdelijk te werken in Vietnam. De enige manier om te communiceren met de mensen waarmee ik samenwerkte, was Engels. Nu kon ik het Engels niet uit de weg en moest ik de uitdaging wel aangaan. Sindsdien heb ik geleerd dat fouten maken helemaal niet erg is. Je leert er juist van, want door alle fouten die ik gemaakt heb ben ik beter geworden in Engels en vind ik het nu stiekem best wel leuk. Sindsdien durf ik ook sneller andere uitdagingen aan te gaan en blijf ik nieuwe dingen leren!’’

6x wat te doen tegen stress bij je kind

De moeilijke rekensommen, die Engels luistertoets of voorlezen voor de klas. Het wil maar niet lukken. Als een kind veel moeite heeft met rekenen, spellen, lezen of andere schoolse vakken kan dat elke dag spanning met zich meebrengen. Wat blijkt: stress komt bij kinderen met leerproblemen veelvuldig voor. En als deze stress te lang aanhoudt raakt het lichaam uitgeput. Het kan een vicieuze cirkel worden: iets niet begrijpen leidt tot grote onzekerheid, wat weer de vecht-of-vluchtreactie ingang zet. Dit mechanisme zorgt ervoor dat je lichaam klaar is voor actie en snel kan handelen. Het denkvermogen daarentegen wordt op een laag pitje gezet. Zo blijft er weinig capaciteit over om die moeilijke som te ontcijferen, de luistertoets goed te maken of kalm voor te lezen.

BLH verzamelde een aantal punten hoe stress te verminderen:

1.Leg de nadruk op de inspanning, niet op de prestatie

Een reden waarom kinderen stress ervaren is de hoge prestatiedruk. Het halen van mooie resultaten op school is belangrijk. Maar niet alleen in de vorm van een mooi cijfer, ook de inspanning die geleverd is kan een geweldig resultaat zijn. Wij vinden het van belang hier meer aandacht aan te schenken.

2.In eigen kracht komen te staan door talenten te benadrukken

Bij BLH benaderen we een talent als iets dat je meer energie geeft dan dat het je kost. En waar je blij van wordt. In onze dagelijkse praktijk zoeken en graven we naar talenten om deze zichtbaar te maken voor kinderen. Zodat kinderen vanuit hun eigen talenten leren werken, veerkracht ontwikkelen, meer zelfvertrouwen krijgen en ideeën en oplossingen ontplooien.

3.Groeimindset ontwikkelen

Denk als het robotje ‘’Fixie’’ met een groeimindset die gelooft dat iedereen kan groeien. Schiet niet in de stress als het niet lukt. Fouten maken is de enige manier om te leren. Dus: uitdagingen opzoeken en uit de comfortzone stappen. Bij BLH zijn we trots als je moeilijkheden aangaat en fouten maakt. Dan kunnen we weer aan de slag om verder te leren.

4. Mindfulness

Ontspanning is ontzettend belangrijk. Als je ontspant kan je lichaam herstellen, nemen de stresshormonen af, krijg je juist weer energie én kan je beter nadenken. Juist als je iets niet snapt is rustig nadenken essentieel. Mindfulness kan hierbij helpen. Denk aan je richten op je ademhaling, naar rustige muziek luisteren, een tekening maken of de natuur in.

5. Weg met het gemiddelde! Kijk naar je eigen leerlijn

Zoals we bij BLH graag zeggen: “Ieder kind is uniek, en iedereen leert op zijn eigen manier en op zijn eigen tempo”. Resultaten en vorderingen in kaart brengen is het meest betrouwbaar vanuit een eigen leerlijn. Ook daarin zal soms een terugval (onder het eigen gemiddelde) te zien zijn om vervolgens weer keihard te stijgen. Want… van fouten maken leer je!

6. Lief zijn voor je lichaam.

Gezond eten, genoeg slaap om je lichaam complete rust te bezorgen en veel bewegen met je neus in de frisse buitenlucht. Daar ontspant je lichaam van, en jij ook! Bij BLH kan je hierover gerust eens om advies vragen.

Gelukkig hoef je als ouder of leerkracht niet in paniek te raken (zélf in de stress te schieten) als je enige symptomen van stress bij kinderen herkent. Iedereen heeft een bepaalde mate van stress nodig om goed te functioneren. Zo zit je lichaam in elkaar. Om op dat ene belangrijke moment nét dat extra schepje erbovenop te kunnen doen, nét een tandje harder te kunnen werken. Maar duurt het te lang, of wordt het zelfs chronisch, dan is het tijd om aan de bel te trekken. Neem gerust contact op met BLH voor verdere tips en adviezen: info@buroleerlingenhulp.nl

*meer lezen over de vecht-of-vluchtreactie? Op deze site staat het op een luchtige manier beschreven.

5 vragen aan… Petra en Maaike

Wie lopen er rond op de vestigingen van BLH? Wat is hun specialiteit? En hoe werken ze? Maak kennis met onze medewerkers. Deze keer BLH’ers Petra Spruijt en Maaike Karamati.

Wat zijn je werkzaamheden bij BLH?

Maaike: ‘’De enorme afwisseling in het werk maakt dat iedere dag anders is. De ene dag geef ik dyslexiebehandelingen, de andere dag ben aan de slag met leerlingen met rekenproblemen. Leerlingen met bijvoorbeeld een arrangement hebben al zoveel tegenslagen ervaren dat je eerst vooral werkt aan het zelfvertrouwen.’

Petra: ‘’Ik werk met kinderen die moeite hebben met lezen en spellen en begeleid kinderen die Nederlands als tweede taal leren. Daarnaast behandel ik kinderen vanuit de basis GGZ voor allerlei zaken waar ze tegenaan lopen.’’

Welke creatieve, grappige dingen doe je tijdens de begeleiding?

Petra: ‘’Laatst deed ik met een leerling ontspanningsoefeningen. Een daarvan, de Milkshake (ja, ja, zo heet hij echt), doe je met water. Maar wij besloten dat het met een echte milkshake moest gebeuren. Die hebben we gehaald en het effect was verrukkelijk!’’

Maaike: ‘’De kunst is goed te kijken en te luisteren naar een kind. Dan kom je erachter welke creatieve dingen je kunt inzetten. Voor een meisje dat steeds het whiteboard op school wilde gebruiken, heb ik een mini-whiteboard meegenomen met gekleurde stiften. Het schrijven op haar eigen whiteboard gaf haar zoveel plezier dat die lastige spelling ineens veel minder vervelend was.’’

Wat vind je het belangrijkste resultaat om te halen met leerlingen?

Maaike: ‘’Aan de ene kant word ik blij als kinderen didactisch de sprongen maken die je zo graag met ze wil maken. Aan de andere kant vind ik het nóg belangrijker dat ze meester worden van hun eigen leerproces. Realistische doelen stellen, leren vertrouwen op eigen kunnen en trots zijn op wat je al hebt bereikt.’’

Petra: ‘’Dat leerlingen zich weer zeker gaan voelen over wie ze zijn en wat ze kunnen. En dat leerlingen zich veilig voelen om zich te uiten en fouten durven te maken.’’

Wat is je grootste, grappigste blunder?

Maaike: ‘’Ik heb een jongen begeleid die moeite had met de acceptatie van zijn probleem. En eigenlijk geen hulp wilde uit angst voor de confrontatie. Op een dag pakte ik aan het begin van de begeleiding mijn iPad erbij. Gelijk startte groots een Fortnite-filmpje, wat mijn eigen zoon op mijn iPad bleek te hebben gedownload. Al snel begreep ik dat mijn leerling óók gek is op gamen. We spraken af dat hij iedere keer als beloning de laatste 5 minuten een game-filmpje mocht laten zien. Dat werkte supergoed en was uiteindelijk niet eens meer nodig.’’

Hoe schemert de mindset-theorie door in je werkzaamheden?

Petra: ‘’In de complimenten die ik geef. Deze zijn gericht op de kracht die iemand zelf heeft om verandering tot stand te brengen. Zo is een vraag van mij regelmatig: ‘en hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’ Daarnaast is mijn basishouding als psycholoog er een waarbij ik naast het kind ga staan om samen te kijken wat hij/zij nodig heeft om zijn/haar doelen te bereiken. Ook gebruik ik regelmatig het voorbeeld van de leerkuil, waar je eerst in moet om iets te leren voordat het gemakkelijker wordt.’’

Maaike: ‘’ Als kinderen niet in zichzelf geloven is het moeilijk om de zo gewenste groei door te maken. Een talenten-interview doet wonderen. Na afloop zie je kinderen helemaal opgewekt terug naar de klas gaan.’’

Wat vond je zelf vroeger heel moeilijk op school?

Petra: ‘’Slagbal. Dat kon met een plankje of de knuppel. Met de knuppel sloeg ik altijd mis, dus moest ik met het plankje. Een home run zat er ook niet in voor mij, want ik was niet zo’n harde renner. Ik heb daardoor altijd het idee gehad dat ik niet goed in balspellen was. Of, sterker nog, dat ik geen sportief persoon ben. Tot ik mee ging doen met volleybaltoernooien op de Pabo. Aangezien het in eerste instantie vooral voor de lol was lag de druk om te presteren laag en durfde ik het aan. Het bleek dat ik niet onderdeed voor de rest en, ook dankzij mijn medestudenten die bleven vragen of ik mee deed, groeide mijn zelfvertrouwen hierin.

Dyslexie: geen stoornis, maar juist een talent!?

Wat hebben Leonardo DaVinci, Jamie Oliver en Albert Einstein én een hele hoop kinderen uit onze praktijk met elkaar gemeen? Juist, allemaal hebben ze dyslexie. Mensen met dyslexie denken anders dan mensen zonder dyslexie. Maar dat maakt ze niet beter, slechter of talentvoller dan anderen. Wel anders. Als we van ieder individu de unieke en bijzondere kanten nemen en deze bundelen zijn we samen het sterkst.

Afgelopen zomer kwam er een nieuwsbericht voorbij. Het vermelde dat dyslexie een talent is. ‘’Niet voor niets is 40% van de self made millionaires volgens een Brits onderzoek dyslectisch’’. Dyslectici zijn vaak ondernemend, creatief en zien verrassende verbanden, zo ging het artikel verder. En ze kunnen hard werken, want wie als dyslecticus moet leren lezen, moet tien keer zo hard werken.

Het dyslectische brein
Van oorsprong is onderwijs erop gericht te leren door taal. De stof van aardrijkskunde en biologie krijgen kinderen voorgeschoteld in boekvorm en ook de instructie van de moeilijke rekensom is uitgeschreven in woorden. Technologie gooit dat op de schop. Administratief- en taligwerk wordt gedaan door computers en robots. En we kunnen leren door beelden; het world wide web staat vol uitleg- en instructiefilmpjes.
De wereld van nu zit minder te wachten op het talige onderwijs. De wereld zit meer te wachten op innovatief denken, verrassende oplossingen bedenken en doorzetten. En laat dit nou precies zijn waar dyslectici goed in zijn, schreef het artikel. Het dyslectische brein is perfect ingericht op de nieuwe economie. En toen kwam het hoge woord in het artikel: ‘’ik voorspel dat mensen gaan doen alsof ze dyslectisch zijn, omdat het een talent wordt.’’

Krachten bundelen
Maar slaan we niet een beetje door om dyslexie een talent te noemen? Is het hebben van geen dyslexie dan ook een talent? Het wel of niet hebben van dyslexie is, volgens ons, eigenlijk best irrelevant als we zoeken en graven naar talenten van kinderen. Elk kind heeft, los van alle stoornissen, zijn eigen talenten. Laten we kijken naar unieke en bijzondere kanten van ieder individu. En als we de krachten bundelen maken die ons samen het meest krachtig en meest intelligent. Zo halen we het meest uit onze maatschappij en kunnen we het meest bereiken. Zoals Mark Mieras zegt: ‘’We zijn tenslotte samen het meest intelligent als we allemaal verschillend denken.’’

Meer weten wat BLH biedt voor kinderen met dyslexie? Klik hier! En lees in deze blog meer over onze visie op talentgericht werken.

Geïnspireerd op: Het Parool, ‘’Dyslexie is een talent’’, 5 juli 2018

Join Our Free Webinar:
Understanding and Supporting Children with Dyslexia!

📅 Date: 14th December
⏰ Time: 11:00-13:00
💻 Location: Online (Microsoft Teams)

Discover how to support children with dyslexia at home and in school through practical strategies,
expert insights, and real-world examples.

Ideal for parents, teachers, and mental health professionals.

Register now for free! https://events.teams.microsoft.com